Afbeelding

Vier Laarbeekse zussen vandaag alle vier 50 jaar oud!

Algemeen Algemeen

Beek en Donk – Ze zitten gezellig bij vader en moeder thuis op de bank in de Koppelstraat: Marianne, Anita, Henny en José Verbakel. Marianne werd op 14 januari van dit jaar 50 en haar drielingzussen bereiken vandaag, maandag 28 november, deze mijlpaal. "Ze worden samen 200 dit jaar", lacht moeder Maria, "niet vergeten op te schrijven hè, want dat hoor je toch niet vaak?" Alle reden dus om wat op te schrijven…

"Een buik als de koepelkerk"
Vader Jan (79) en moeder Maria (75) weten het nog heel goed allemaal. "Het waren spannende tijden", vertelt Jan, "want het was niet duidelijk hoeveel baby's er zouden komen en echo's bestonden in die tijd nog niet. De huisarts kwam op het laatst iedere dag even kijken maar ook hij kon er niks over zeggen." Dat er meer dan één nieuw leven in moeders buik groeide, was overduidelijk te zien aan de omvang van haar buik; "toen ik in Helmond in het ziekenhuis kwam te liggen, vergeleken ze mijn buik met de koepel van de kerk die je zag vanuit mijn kamer", lacht Maria. "Pas onderweg in de ziekenwagen had ik het gevoel dat het er weleens drie zouden kunnen zijn", vertelt Jan, "aan mijn kant van de familie komen ook meerlingen voor." Zijn vermoeden klopte: Drie gezonde dochters werden geboren, identiek aan elkaar omdat ze werden geboren als eeneiige drieling. "In het begin kon ik ze niet uit elkaar houden", vertelt Maria, "maar dat losten we op met verschillende kleuren luierspelden."

Op de boerderij
Jan en Maria Verbakel runden een boerenbedrijf met koeien en varkens aan de Lekerstraat in Beek en Donk. Pas toen duidelijk was hoeveel kleintjes geboren waren, kon de boerderij worden 'aangepast' aan de komst van drie baby's. Bedjes en boxen kregen Jan en Maria te leen van dorpsbewoners en ouders van andere drielingen uit de omgeving. "Dat was toen nog zo, iedereen hielp elkaar", aldus Jan. "We hadden drie boxen langs elkaar staan. De boxen en bedjes waren voor drie kinderen gemaakt. Ze zaten aan elkaar vast." De vier meiden hebben mooie herinneringen aan hun tijd op de boerderij. José: "Ruimte in overvloed, met zijn drieën op een pony zitten of schapen de fles geven, het kon allemaal." De zussen schieten in de lach als ze terugdenken aan die ene keer dat vader en moeder op stal aan het werk waren en de meiden het dressoir in de keuken gebruikten als speeltoestel. Marianne: "We hadden in de keuken een dressoir staan met drie deurtjes. Ik denk dat we een jaar of acht waren toen we ontdekten dat je die deurtjes als schommel kon gebruiken." Henny vervolgt: "Wij hadden het grootste plezier om met drieën tegelijkertijd heen en weer te zwieren zittend bovenop die deurtjes, totdat het hele dressoir naar voren kantelde en de goudvis die er bovenop stond met kom en toebehoren op de keukenvloer belandde. In paniek werd moeders gehaald om de vis te redden!" Meewerken op de boerderij is nooit gestimuleerd. "Ik heb nog nooit een koe gemolken of een varken gevoerd", lacht Marianne (overduidelijk sprekend namens alle zussen), "maar als er iets gedaan moest worden op het land, dan hielpen we allemaal mee."

Vroeg zelfstandig
Vader was hele dagen aan het werk op de boerderij en richtte zich op de koeien; "ik zag de kinderen ooit alleen maar even tussen de middag." Moeder verzorgde de varkens. De meiden leerden op jonge leeftijd al zelfstandig te zijn. "We moesten al vlug veel zelf doen", vertelt José, "en omdat we alle vier dezelfde leeftijd hadden, ging dat ook heel makkelijk." Maria: "Ik legde de flesjes neer in de babybedjes, want drie baby's tegelijk de fles geven dat ging nou eenmaal niet. Of als we thuiskwamen, zette ik ze vaak zo neer dat ze bij elkaar de schoentjes al uit konden doen. Je moest wel, want je had maar twee handen."

Jeugd
"We gingen naar basisschool De Raagten", vertelt Henny, "en daar werden we bewust allemaal in een andere klas geplaatst. Dit is de hele basisschooltijd zo gebleven. We hadden onze eigen vriendinnetjes maar deden ook heel veel samen." Ook zus Marianne weet zich dit nog goed te herinneren, ook al zat zij een klas hoger; "niet alleen op de basisschool maar ook op turnen en later bij de KPJ hadden we alle vier onze eigen vriendinnen maar tegelijkertijd hadden we ook genoeg aan elkaar." Anita en José beamen dit. "Omdat je allemaal dezelfde leeftijd hebt, voel je je nooit alleen. Er was altijd wel iemand om een spelletje mee te doen of om mee te kletsen." Veel tijd werd er doorgebracht bij het zwembad in Beek en Donk en bij de KPJ. "We werden nog lang herkend als 'de drieling van de KPJ'", lacht José. Na de bassischool gingen alle dames Verbakel naar Walterus de Beecke (het huidige Commanderij College in Beek en Donk). Drie van hen werken tegenwoordig in de gezondheidszorg, eentje werkt bij de Rabobank. "We zijn allemaal gestart op de mavo", vertelt Anita, "en daarna zijn we allemaal onze eigen weg gegaan."

"Een eigen taal"
Marianne vertelt: "Toen mijn man Toin voor de eerste keer bij ons thuis was geweest, zei hij tegen mij 'jullie spreken een eigen taal en daar snapt een buitenstaander niks van'." Anita, Henny, José en Marianne zijn het erover eens: "We spreken ook een eigen taal." Moeder bevestigt dat die band er altijd is geweest. "Ook al was ik ouder, ik heb me nooit anders of achtergesteld gevoeld", vervolgt Marianne. "Het is een heel gelijkwaardig gevoel dat we delen. We hebben dezelfde smaak en we hebben aan één woord of één blik genoeg. Ik noemde mijn zusjes altijd 'ons zussen'…" Anita besluit: "Ik denk dat de band sowieso intenser is als je er een van een meerling bent maar dat gevoel is niet anders ten opzichte van Marianne."

Samen 200!
De vier zussen zijn allen getrouwd en hebben allen twee kinderen. Toen de kinderen klein waren, leverde dit nog weleens een hilarische situatie op vertelt José: "Als we op zondag allemaal bij elkaar waren, werd er weleens 'mama' tegen de verkeerde mama geroepen." De zussen gaan samen met hun gezinnen en vader en moeder op 28 november stilstaan bij het feit dat ze samen 200 jaar oud worden. "De dag is extra feestelijk omdat mijn zoon op die dag ook jarig is", vertelt Anita. Marianne, Anita, Henny en José beseffen dat ze bevoorrecht zijn: "We verkeren allemaal in goede gezondheid, gaan goed met elkaar om en hebben allemaal hetzelfde levensmotto: "Je moet vooral genieten!"

Genieten van elkaar is wat De MooiLaarbeekKrant de familie Verbakel toewenst vandaag, op 28 november!