Kapper Tiny Donkers aan het werk in zijn kapperszaak
Kapper Tiny Donkers aan het werk in zijn kapperszaak Fotograaf: Joost Duppen

Tiny Donkers, voor eeuwig kapper

Human Interest Algemeen

Beek en Donk - Heemkundekring 'De Lange Vonder', vertoonde onlangs een film over 'de eeuwige kapper', Tiny Donkers. Het liep storm bij het heemhuis en een aantal mensen moest zelfs teleurgesteld worden. Daarom in DeMooiLaarbeekKrant een geschreven portret van deze markante, 86-jarige kapper, die nog steeds van geen ophouden wil weten.

Herenkapsalon M. Donkers
Voor het raam aan de Mgr. Verhagenstraat hangt een gele lichtreclame, met de tekst: 'Herenkapsalon M.Donkers'. Op de vensterbank een bordje met het opschrift maandag, dinsdag, woensdag, gesloten. Voorzichtig opent DeMooiLaarbeekKrant de voordeur. Op het moment dat DeMooiLaarbeekKrant besluit om 'volluk' te gaan roepen, gaat op het einde van de lange gang een deur open en verschijnt een keurig gesoigneerde heer, gekleed in een smetteloze kapperskiel. "Ge kunt wel zien, dagge nooit hier geweest bent", lacht hij. "Eerste deur rechts."

Voor de spiegels staan 2 kappersstoelen. Eén voor volwassenen en een hogere voor kinderen. Aan de muur een klok, een kapstok en een kappersdiploma. Boven de spiegel enkele verkleurde foto's van modellen. In de hoek een eenvoudig vitrinekastje met scheermesjes en scheerzeep. Onder het raam staat een tafeltje met tijdschriften. Op het werkblad onder de spiegels een paar flessen met lotion, een rolletje papieren 'kraagjes' en natuurlijk de glimmende waterspuit met rubberen knijpbal. Een bordje vermeld de prijzen. "Euro's", zegt Tiny. "In 2002 heb ik de prijzen in guldens, gewoon gedeeld door twee."

Geen roeping
"Ik moest wel kapper worden", vertelt Tiny. "Mijn vader was ook kapper. Tijdens de mobilisatie voor de Eerste Wereldoorlog, was hij gelegerd in Princenhage bij de Belgische grens. Ze hadden in het leger van alles, een kok, een chauffeur, een dokter, een pastoor... maar geen kapper. Mijn vader heeft toen die taak op zich genomen. Hij kon daar naar hartenlust oefenen! Na de mobilisatie vestigde hij zich hier in dit pand en begon, aanvankelijk als bijverdienste, een kapperszaak. Deze straat was toen een echte winkelstraat, met 3 slagers, 2 cafe's en wel 7 kruidenierswinkels.. Al heel jong, moesten mijn broer en ik meehelpen, haren vegen en klanten inzepen. Soms mocht ik even weg om een boodschap te doen, dan bleef ik bij het kanaal naar het vissen staan kijken. Ik had altijd een goed smoesje, de brug hè. In 1945 kwam ik bij mijn vader in de zaak en in 1953 haalde ik de benodigde diploma's. Dat was overigens voor een jongen, met alleen Lagere School, 'geen kattepis'. Het leek wel of ik studeerde voor een doktersdiploma!"

Scheerbaan
"Op woensdag en zaterdag was het hier scheerbaan", zo noemden de mensen dat. "Ik zeepte in en mijn vader schoor de klanten met een vlijmscherp mes 'de schars'." Ter illustratie zwaait Tiny even met zo'n moordwapen voor de ogen van de redacteur. "Boeren sneden met hun schars ook biggen", voegt hij er aan toe. "Om te controleren of er nog bramen op zitten, doe je even dit", lacht Tiny en hij geeft even een flinke haal over de nagel van zijn duim. Deze actie gaat bij DeMooiLaarbeekKrant door merg en been!

Ouwehoeren
"Wat moet een kapper nog meer kunnen dan knippen en scheren?" wordt Tiny gevraagd. Het antwoord van Tiny is kort maar krachtig: "ouwehoeren". "Een klant voelt zich niet op zijn gemak in de kappersstoel. Ik zit aan zijn lijf te frunniken en knip er ook nog iets van af. Om de aandacht af te leiden begin ik bij nieuwe klanten voorzichtig over het weer. Vanzelf ontspint zich dan een gesprek over van alles en nog wat.

Bij vaste klanten gaat dat gemakkelijker. Ik ken de hele familie al van haver tot gort en kan meteen informeren naar de gezondheid van de vrouw, de kanarie, de moestuin, het vissen of het werk. In die gesprekken kunnen klanten heel openhartig zijn en hoor ik vrolijke verhalen, maar ook diep treurige zaken, die alleen voor mijn oren bestemd zijn. Ouwehoeren dus ja! Roddelen nee! Bij algemene onderwerpen mengden klanten die op hun beurt zaten te wachten, zich ook in het gesprek en dan werd het zò gezellig, dat sommigen hun beurt vrijwillig voorbij lieten gaan!"

Kinderen
Hoewel Tiny en zijn vrouw geen kinderen hebben, kan hij toch goed met kinderen omgaan. "Weg met het beloven van lolly's en ijsjes", zegt hij beslist. "Een kiendje dat bang was, mocht mij meehelpen om de haren op te vegen en het knopje van de tondeuze bedienen. Vaak vonden kinderen dat zò leuk, dat ze niet mee naar huis wilden en het alsnog op een janken zetten. Maar dat moest moeder maar oplossen", grinnikt Tiny.

Op hoogtijdagen zoals Vormsel en Plechtige Communie zaten er soms wel 26 kinderen te wachten. Achter mijn rug probeerden ze allerlei fratsen uit te halen en hadden niet in de gaten, dat ik alles kon volgen in de spiegel. Als het erg lang duurde kwam er een moeder binnen gestoven, die riep: 'Dieje goaperd van ons heej zeker z'n beurt wir vurbij laoten gaon!'"

Natuur
Van jongsaf had Tiny belangstelling voor de natuur. Struinen door het landschap, sijsjes vangen, sporen zoeken. Praten met stropers, jagers en boeren. "Als ik geen kapper was geworden dan toch zeker wel schaapherder", vermoedt hij. Hij is lid van de IVN en ook nu is hij op maandag, dinsdag of woensdag vaak in het veld te vinden. "Ik kan helaas niet meer over die hele brede sloten springen", bekent hij.

Te vroeg om te stoppen
"Tiny, denk je ooit aan stoppen als kapper?", wil DeMooiLaarbeekKrant weten. "Mijn vrouw zegt regelmatig : Hou er toch mee op Tiny! Het hoeft toch niet meer! Ja, dan twijfel ik 's nachts wel een beetje. Maar als zich de volgende ochtend een klant meldt, waarvan ik de vader en de opa ook al knipte en ik pomp de stoel wat omhoog, breng het papieren kraagje aan en ik hoor mezelf zeggen "Bende wir goed gezond Jan?", dan weet ik weer zeker dat het nog te vroeg is om te stoppen."

Afbeelding
Afbeelding