Sarina Wiegman (bondscoach Nederlands vrouwenelftal) met Jan de Jong
Sarina Wiegman (bondscoach Nederlands vrouwenelftal) met Jan de Jong Foto: Jan de Jong

Beek en Donkse ex-zaalvoetbalinternational op Wall of Fame in Zeist

Algemeen

Beek en Donk/Zeist - 114 jaar na de allereerste interland is op de KNVB-campus in Zeist de Wall of Fame onthuld. De KNVB wil daarmee alle ex-internationals en ex-bondscoaches die in het verleden Nederland hebben vertegenwoordigd eren met een plek op deze Wall of Fame. Op 1 van deze plekjes staat nu ook de naam van Jan de Jong, een ex-zaalvoetbalinternational uit Beek en Donk.

Jan, was je niet verbaasd toen je de uitnodiging ontving?
"Ik was heel erg verbaasd. Want ik heb mijn Oranje-debuut gemaakt in 1997, 22 jaar geleden. Maar de KNVB heeft besloten, in navolging van de A-internationals op het veld bij de mannen en de vrouwen, om ook alle ex-Oranje zaalvoetballers het welbekende haasje uit te reiken als bewijs dat ze international zijn geweest. En daarnaast een eervolle vermelding geven op de Wall of Fame."

Hoe is die dag in Zeist verlopen?
"We moesten ons om kwart over 12 in Zeist melden op de KNVB-campus. Na een gezamenlijke lunch heeft Wilfred de Jong de genodigden toegesproken. Buiten vond de onthulling van de Wall of Fame plaats en is het haasje uitgereikt aan de ex-internationals. Daarna kon je kennis maken met oude bekenden en bekende ex-internationals en ex-bondscoaches zoals o.a. de gebroeders van de Kerkhof, Kees Kist, Sonny Silooy, Hans van Breukelen, Ernie Brands, Daphne Koster, Sarina Wiegman en Louis van Gaal. Iedereen ging heel gemoedelijk met elkaar om met als grote verbindende factor: passie voor voetbal."

Hoe ben je in Oranje terecht gekomen?
"Ik ben in de jeugd begonnen van VV Mariahout en heb daar diverse jeugdelftallen doorlopen. Vroeger voetbalde ik iedere dag na school op straat en op het Oranjepleintje. Het was toen al duidelijk dat ik op een harde ondergrond beter uit de voeten kon dan op het gras. Ik had daar ook veel meer plezier in. Eenmaal op het voortgezet onderwijs ging ik ieder vrij uurtje in de sporthal van de school zaalvoetballen met een vaste groep fanatiekelingen. Wat later ben ik op 18-jarige leeftijd gaan voetballen bij de WAC-zaalvoetbalcompetitie in Beek en Donk. Mijn eerste ploegje was destijds FC Geerts. Later ben ik in wat grotere competities gaan spelen in o.a. Helmond en Eindhoven. Daar heb ik diverse kampioenschappen en bekers gewonnen in de hoogste afdelingen. Op enig moment ben ik in beeld gekomen bij het Nederlandse zaalvoetbalteam van de NCS (Nederlandse Culturele Sportbond). Bij deze bond zijn alle zaalvoetbalcompetities aangesloten die buiten de KNVB vallen. Met dit team speelden we regelmatig in het buitenland en demonstratiewedstrijden in het land tegen de plaatselijke heroes. Ook speelde ik nog bij een team dat in de KNVB-competitie speelde; het Veldhovense Sport Peti, destijds een van de toonaangevende zaalvoetbalclubs in de regio. Na twee jaar Sport Peti kreeg ik de mogelijkheid om in de Belgische competitie te spelen bij de ere-divisionist Primus Edegem in Antwerpen. Door daar veel te scoren ben ik toen eigenlijk vrij snel in beeld gekomen bij de toenmalige bondscoach van de KNVB, Nico Spreij. Deze had blijkbaar een paar keer op de tribune gezeten. Ik heb een uitnodiging gekregen om centrale trainingen te volgen in Zeist, onder leiding van deze bondscoach. Na diverse trainingen en oefenwedstrijden werd de selectie bekend gemaakt die mee zouden gaan naar Polen om daar een dubbele interlandwedstrijd te gaan spelen. Ik zat daar uiteindelijk ook bij en daar heb ik toen mijn Oranje-debuut gemaakt."

Wat zijn uiteindelijk je hoogtepunten geweest?
Ik heb veel mooie dingen mogen meemaken. Ik ben op veel plaatsen geweest waar ik anders nooit zou komen. Een van die mooie herinneringen is het tien-landentoernooi in Italië in 1994, dat ik speelde voor de NCS. In de halve finale speelden we tegen Italië, die veruit favoriet was. De Italiaanse zaalvoetballers waren toen al semi-profs in de zaal en kwamen met een hele entourage om de ploeg heen van masseurs, fysiotherapeuten, een dokter en een stuk of 15 veldspelers. Wij waren door het smalle budget van de NCS met zeven spelers, 1 keeper en de bondscoach Piet Fijen. Een uur voor de wedstrijd komen we de sporthal binnen en daar zitten 4000 gillende Italianen, in een hal waar eigenlijk maar plek is voor 2500. Een grote heksenketel. Na een stroef begin en een 1-0 achterstand spelen we de Italianen uiteindelijk van het kastje naar de muur en winnen we de wedstrijd met 5-2. In de finale tegen Frankrijk wonnen we met 7-1. Ik werd daar uitgeroepen tot speler van het toernooi. Maar het echte hoogtepunt is voor mij toch wel dat je voor het eerst mag spelen voor Oranje. Dat vond ik destijds een hele eer, en nog steeds. Met een leuke dag in Zeist, 22 jaar later als mooie afsluiter."

Jan de Jong en Louis van Gaal
Jan de Jong met het welbekende 'haasje'