Afbeelding

HET VERDRIET VAN EEN NIEUW GUINEAVETERAAN

Algemeen Human Interest

Jan van den Bogaard, lid van Vereniging De Laarbeekse Veteranen, werd in het voorjaar van 1962, als dienstplichtig soldaat, uitgezonden naar Nieuw Guinea. Wat in het begin leek op een mooi avontuur op een exotisch eiland, zou later zijn leven naast positieve, ook in negatieve zin gaan beheersen. In een boekje gedrukt in een kleine oplage, alleen bestemd voor familie en dienstmaten, schreef hij nare ervaringen van zich af. Openhartig gunt hij ook DeMooiLaarbeekKrant een inkijkje in dat stukje van zijn leven.

Jan van den Bogaard
"Ik ben geboren midden in de oorlog", zo begint Jan zijn verhaal, "om precies te zijn, op 4 juni 1942 aan het Moleneind in Lieshout. Die weg heet nu Aarleseweg. Ons gezin telde acht kinderen en ik was op één na de oudste. Na de Lagere School ging ik naar de ULO in Helmond. Een echte student was ik daar niet en ik kon ik niet goed met de Helmondse Broeders opschieten. Daarom verkaste ik naar de LTS in Gemert om timmerman te worden. Na de LTS ben ik bij Houtbouw Jan de Koning in Lieshout gaan werken. We maakten houten bungalows, kippenhokken en varkenstallen. Het was hard werken, kriskras door Nederland. Ik leerde er behalve timmeren ook roken en bier drinken."

Militaire carrière
"Op woensdag 5 april 1961 werd ik onder de wapenen geroepen'', zo gaat Jan onverstoorbaar verder, lichting 61-2. Vier maanden lang kreeg ik een infanterieopleiding op de Tapijnkazerne in Maastricht. Dat was allemaal wel even wennen voor deze eenvoudige jongen uit Lieshout!"

Na mijn opleiding werd ik overgeplaatst naar de Generaal Spoorkazerne in Ermelo, bij het 41ste Infanteriebataljon stoottroepen. We hoorden bij de parate troepen, want de Koude Oorlog was in alle hevigheid losgebarsten. De denkbeeldige vijand was Rusland. Als taak kreeg ik om de TLV te bedienen. De Terugstootloze Vuurmond, een antitankwapen. Al snel kregen we te horen dat we uitgezonden zouden worden naar Nederlands Nieuw Guinea. Over Nieuw Guinea had Nederland een conflict met de Republiek Indonesia…

Het conflict
Toen in 1950 de Republiek Indonesia zich losmaakte van Nederlandse overheersing, bleef het eiland Nieuw Guinea, 22 keer zo groot als Nederland, Nederlands grondgebied. Indonesia heeft zich vanaf het begin daartegen verzet. Met plaagstootjes probeerde Indonesia te infiltreren op dat eiland. Aanwezige Nederlandse militairen konden dat voorkomen. Vanaf eind 1961, ging de situatie met Nieuw Guinea als inzet, lijken op een oorlogssituatie. Rusland bemoeide zicht ermee met militaire steun aan Indonesia. De Nederlandse regering achtte zich genoodzaakt om snel troepen en materieel naar Nieuw Guinea te sturen. Eind 1962 moest Nederland onder grote internationale druk bakzeil halen en zijn troepen terugtrekken. Op 1 mei 1963 droegen de Verenigde Naties de soevereiniteit over aan de Republiek Indonesia.

De uitzending
"Vooraf werden we gekeurd", lacht Jan, tenminste als je dat een keuring kunt noemen. We kregen een paar spuiten en de dokter vroeg of we ooit last hadden van hoofdpijn. We kregen een mouwembleem op ons uniform, met de contouren van het eiland. Dat verschafte ons het nodige aanzien. Van mijn vader kreeg ik een horloge mee en van kapper Meulendijks uit Lieshout een slof Samson, halfzware shag met vloeitjes. Van het leger kregen we een boekje mee met daarin een korte beschrijving van het eiland en haar bewoners, de Papoea's. Verder veel tips om het lichaam goed te verzorgen zodat de militair gevrijwaard bleef van de tropische rode hond, malaria, apenpokken en steenpuisten."

De heenreis
"Op 19 april vertrokken we vanuit Hoek van Holland met SS De Zuiderkruis. Aan boord 850 militairen en 200 bemanningsleden. De reis ging niet via het Suezkanaal, maar via Curaçao, het Panamakanaal en Hawaii. Op zondag 27 mei, bereikten we Biak, Nieuw Guinea, na een reis van bijna 40 dagen op zee!" Na enkele weken acclimatiseren werden we verscheept naar Kaimana aan de zuidkust, waar een grootscheepse aanval werd verwacht door Indonesia.

Nieuw Guinea
"Nieuw Guinea was voor ons nog erger dan in het voorlichtingsboekje stond", zucht Jan. " De tropische hitte, de muskieten, de luchtvochtigheid, het was allemaal onbekend voor ons. We waren in een totaal andere wereld terecht gekomen. Hartverwarmend waren de contacten echter met de bevolking, de Papoea's. Ze waren vriendelijk, beschouwden ons niet als overheersers en hielpen ons als ze konden. Als ze ergens Indonesische militairen hadden gezien, meldden ze dat aan ons, want ook zij hadden een hekel aan Indonesische infiltranten. Met een aantal Papoea's hadden we hele goede contacten. Het waren onze onmisbare gidsen en mensen die allerlei klusjes in het kamp voor ons opknapten. Toch kwam de bevolking, behalve in de kustgebieden op ons over als een volk uit de steentijd, met hun peniskokers en de vrouwen, slechts gehuld in een grasrokje."

Militaire activiteiten
"Ik ben nooit betrokken geweest bij een vuurcontact", vertelt Jan. "Toch was mijn tijd op Nieuw Guinea erg spannend en beangstigend. Als de schemering inviel, hoorde je allerlei geluiden in het oerwoud. Geluiden van vogels, van insecten, van nachtdieren. Een kokosnoot die op een leeg benzinevat viel… Tussen die geluiden zouden ook geluiden kunnen zitten van een mogelijk aanwezige vijand. Er dreigde altijd gevaar tijdens patrouilles of tijdens het wachtlopen. Een collega schoot uit pure spanning zijn hele magazijn leeg op een onzichtbare vijand."

Einde verhaal?
"Op 18 augustus 1962 werd een staakt het vuren afgekondigd. De Nederlandse militairen verlieten, gedesillusioneerd Nieuw Guinea. "We hadden echt een rotgevoel. We lieten die aardige Papoeabevolking volledig in de steek. De door Nederland beloofde weg richting zelfstandigheid ging in rook op. De reis terug ging deze keer wèl door het Suezkanaal. Op 5 november meerden we aan in Rotterdam." Al eerder waren onze gesneuvelde kameraden opgegraven en gerepatrieerd in speciale kisten. Ze zijn herbegraven in hun eigen woonplaats.

Thuisfront
"Eenmaal thuis voelde ik zelf wat het wil zeggen om in de steek gelaten te worden. Ondanks mooie woorden, onderscheidingen, cadeaus, erebogen, kregen we niet de erkenning die we verdienden. Geen begeleiding van defensie om al die spannende indrukken te verwerken. Geen begrip vanuit onze omgeving om even tot rust te komen. Zo snel mogelijk weer over naar de orde van de dag, werken! Ik miste mijn kameraden en wilde aanvankelijk weer weg uit Nederland, naar Zuid-Afrika om daar te werken.. Ik vond uiteindelijk dat ik dàt, vooral mijn moeder, niet kon aandoen."

"Veel steun heb ik tijdens mijn verblijf gevoeld van het Lieshouts katholiek thuisfront", zo relativeert Jan zijn harde oordeel. De brieven die we kregen. De krantenknipsels met nieuws. Het hielp ons door deze moeilijke tijd heen. Ze stuurden zelfs luchtbedden, zodat hun zeven Lieshoutse soldaten niet op harde bamboematten hoefden te slapen."

Papoeaproblematiek
"De Papoeproblematiek heeft me mijn hele leven achtervolgd", vertelt Jan. Ik leerde hun taal via een LOI-cursus. Verschillende keren bezocht ik Nieuw Guinea, met dienstmakkers, met familieleden. Ik ontmoette daar mensen met wie ik destijds heel close was. Dat raakte me emotioneel enorm. Hij wijst op de Papoea-attributen die aan de muur hangen. Ik zag dat van het beloofde zelfbeschikkingsrecht voor de Papoea's, nooit iets terecht is gekomen. De republiek Indonesia regeert er nog steeds met harde hand. Het eiland heet nu Papua Barat

Het boek
"Heb je in je boek alles van je af kunnen schrijven?", wil DeMooiLaarbeekkrant weten. "Van de ene kant luchtte het erg op" zegt Jan. "Van de andere kant merkte ik dat ik tijdens het schrijven steeds emotioneler werd. Hoe dan ook, het nageslacht weet nu waar opa in die tijd uithing!"

Afbeelding
Jan van den Bogaard (foto uit 1961)
Jan van den Bogaard (heden)
Afbeelding