Toni (met één matglas) en Mieke, enkele dagen voordat de winkel sloot
Toni (met één matglas) en Mieke, enkele dagen voordat de winkel sloot Foto: Joost Duppen

Toni (van Jo Ceelen) en Mieke van den Bergh, vier jaar na de sluiting

Human Interest

Beek en Donk - Drogisterij Jo Ceelen, een begrip in Beek en Donk, sloot de deuren op 1 juni 2016. Hoe verging het Toni en Mieke van den Bergh sinds die tijd?

Smalleweg
Op een steenworp afstand van de winkel, die nu een bloemenhandel herbergt, woont Toni (72) samen met zijn Mieke (67) in het oude appartement van Jo en Bertha Ceelen. Elke dag nog wordt Toni herinnerd aan de mooie tijd die ze hadden in de winkel. Toni is al vanaf 10-jarige leeftijd met Jo Ceelen verbonden, als hulpje in de winkel aan de Lekerstraat op Donk. Op 14-jarige leeftijd krijgt de niet zo leergierige Toni een officiële baan aangeboden als assistent van Jo. De kruidenierswinkel annex drogisterij, die later ontstaat aan de Smalleweg is voor het vooruitstrevende en kinderloze echtpaar Jo en Bertha maar een tussenstation. Jo wil een echte drogisterij beginnen, het liefste tegenover zijn winkel. Uiteindelijk heeft er ook een tijdje een noodwinkel gestaan, maar een vergunning tot permanente bouw wordt nooit verleend. Alle winkels moeten namelijk op het Heuvelplein of het Piet van Thielplein worden gesitueerd. Daarom bouwt Jo op de plaats van de oude pastorie een drietal winkels met appartement, waarvan hij een gedeelte verhuurt en die natuurlijk de lang gewenste drogisterij herbergt. De naam van de winkel? U raadt het al: De Oude Pastorie. Dat is ook de tijd, dat de naam Smalleweg zijn betekenis verliest, want het smalle stuk wordt verbreed.

Fluitketel
Toni, waarvan de meesten nog steeds denken, dat hij Ceelen met zijn achternaam heet, werd door Jo gevraagd om de winkel over te nemen toen die op zestigjarige leeftijd stopte. “Dat betekende overigens niet, dat Jo niet meer in de winkel stond, want als wij eens een weekend weg waren, nam Jo de winkel weer gewoon over”, legt Mieke uit. “Dan zorgde hij ervoor, dat hij meer omzet draaide, dan wij in een weekend, want hij wilde laten zien dat hij het vak nog niet verleerd was”, lacht Toni. In de winkel wordt verder van alles verkocht. “Natuurlijk carnavalskleding, maar mensen kwamen ook voor een prinsessenjurkje of een masker buiten de carnavalstijd en dan wist ik na even denken precies op welke zolder ik moest zijn om de juiste doos te pakken, die deze kledij bevatte! Jarenlang hebben we een groot aantal fluitketel-hoofddeksels in allerlei kleuren op zolder gehad, die niet werden verkocht”. (André van Duijn presenteerde het lied over Flip Fluitketel op 1 december 1980, waarin het lied: Dit is de Flip fuut-fuut-fuut Fluitketelshow een prominente rol speelde, red.) “Bij één van de laatste reorganisaties hebben we ze maar weggegooid”, legt Mieke uit.

Mand
Toni en Mieke zien, dat de echte drogisterij tegenwoordig te kampen heeft met een aantal ketens, die ervoor zorgen, dat het begrip ‘klantenkring’ verwatert. “Vroeger deden we moeite voor de klanten”, legt Mieke uit, “we zorgden voor hen en begrepen hun problemen. Als er iets moest komen, deden we extra moeite om het op tijd in huis te krijgen”. De eigenaren van de tegenwoordige ketens dragen de zorg voor van de panden. Het is niet meer de taak van de franchiser om de huur elke maand te betalen. “Het is voor de kleine man met een eigen winkel moeilijk om die kosten steeds weer op te hoesten”, vult Toni aan. “Gelukkig hebben wij die zorgen nooit gehad. Het huis was betaald. De grote merken hadden in die tijd ook zo hun eisen. Als wij de producten hadden uitgestald, kwam er vaak iemand van het bedrijf vertellen, dat ze op een prominentere plaats in de winkel moesten staan, op straffe van niet meer leveren. Tegenwoordig worden producten niet meer gepresenteerd. Ze worden in een mand gegooid! Dat hadden wij vroeger eens moeten proberen!”.

Krant
De opkomst van het fenomeen ‘pakjesdepot’ heeft ook voor vele bijzondere herinneringen gezorgd. “Zo kwam de pakketbezorger een keer met een grote doos met een magnetron, die de winkel in moest. Of ik even kon meehelpen. Afijn, ik doe dat en uiteindelijk staat het zware en grote pakket in de winkel. De klant, die het komt ophalen bekijkt het ding met grote ogen en vraagt of ik niet even kan meehelpen om het ding in haar auto te plaatsen. En dat allemaal voor 26 cent per pakket”, lacht Toni. “En dan was het maar te hopen dat die vrouw de magnetron hield, want anders kwamen ze het met hulp van Toni uiteraard, weer terugbrengen”, vult Mieke aan. Het blijkt dat de klanten voor Toni en Mieke de boventoon voerden. Nog steeds zegt iedereen gedag en worden de twee om raad gevraagd, een teken, dat ze als mens worden gewaardeerd. Dan wordt ook nog vaak gedacht aan een doorwerkende Toni, die vanwege een nekbreuk drie maanden lang met een ijzeren stellage aan zijn hoofd moest rondlopen. Of dat oog, dat ziek was en waardoor zijn bril werd voorzien van één matglas. Op het moment doet het echtpaar geen structurele taken meer. “Maar, legt Toni uit, als DeMooiLaarbeekKrant een zieke bezorger heeft, waarvan wij een keer de wijk moeten overnemen, dan komt de krant toch op tijd in de bus. Of dat nou op het Heuvelplein is, of ergens anders in Laarbeek”.

Jo Ceelen
Mieke en Toni van den Bergh