Tweede gedwongen sluiting horeca: “Vervelendste is dat we geen perspectief hebben”

Laarbeek - En toen was het op zaterdagavond weer stil in de kroegen. Afgelopen weekend was het eerste weekend van de tweede gedwongen sluiting van de horeca. Een maatregel van het kabinet om het aantal coronabesmettingen terug te dringen. Waar restaurants de pijn enigszins kunnen verzachten omdat klanten hun eten daar kunnen afhalen, is het voor de cafés een nieuwe verplichte sluiting van (minimaal) vier weken zonder inkomen. Eerder moest de horeca al van 16 maart tot 1 juni de deuren gesloten houden.

“Nadat we weer open mochten, kon ik best redelijk draaien en aan een normale omzet komen”, vertelt Peter van den Broek van de Oranjebar in Mariahout. “Mensen wilden toch gewoon komen, al was het wat vroeger. Ze hielden allemaal netjes afstand.” Dat de horeca nu voor de tweede keer geraakt wordt, voelt voor Van den Broek niet eerlijk. “Op illegale feestjes staan mensen met 50 man, terwijl wij ons best doen om aan alle regels te voldoen. Het lijkt wel of met corona de horeca het zwarte schaap is. Ik denk ook niet dat we begin november weer open mogen, op zijn vroegst in december.” Van den Broek probeert er voor nu maar het beste van te maken. “Ik wacht maar af. Je kunt wel bij de pakken neer gaan zitten, maar daar word je alleen maar chagrijnig van.”

Van den Broek runt al jarenlang de Oranjebar in Mariahout. Collega uitbater Ton van Berlo zwaait pas sinds afgelopen januari de scepter bij café Thuis in Beek en Donk. Tweeënhalve maand was hij open toen op 16 maart de eerste keer de deuren dicht moesten. “Ik zat vol energie en vol goede moed. Ik ben toen maar aan de slag gegaan met klussen in de kroeg. Je komt dan aan dingen toe waar je anders geen tijd voor hebt.” Na de verplichte sluiting was ook Van Berlo blij dat in juni de klanten weer mochten komen. “Ik heb gelukkig een groot terras en kon op anderhalve meter veel klanten ontvangen. Maar alle regels brengen niet de sfeer zoals je die gewend bent.” Een tweede sluiting zag Van Berlo langzaamaan dichterbij komen. “Je zag het de verkeerde kant op gaan, maar zo snel had ik het niet verwacht.” Dat juist weer de horeca een verbod kreeg om open te gaan, daar heeft Van Berlo deels begrip voor. “Het kwam niet uit de lucht vallen, maar het is wel een enorme klap. Ik heb hier aan den lijve gezien hoe moeilijk het soms is om de regels te handhaven. Maar als je naar de percentages kijkt, raken er relatief weinig mensen besmet in de horeca. In winkels is het soms ook hartstikke druk. Dan kun je de mensen beter hier hebben. De sociale controle is groot in de kroeg.”

Net als Peter van den Broek verwacht ook Ton niet dat na vier weken de deuren weer open mogen. “Dat is het vervelendste, dat er geen perspectief is. Zo kun je nergens op inspelen. Gelukkig heeft mijn motivatie om de kroeg te runnen geen knauw gekregen. Zodra het weer mag gaan we er met het hele team weer volle bak voor. Dit is wel een tegenslag, maar ik ben een positief persoon. Ik heb het leukste werk dat er is.”