Mevr Verheijen, mevr. Hamelynck, meneer Swinkels, mevr. Van Horik, meneer Kempen, mevr. Van der Heijden en mevr. Koot (van links naar rechts).
Mevr Verheijen, mevr. Hamelynck, meneer Swinkels, mevr. Van Horik, meneer Kempen, mevr. Van der Heijden en mevr. Koot (van links naar rechts). Foto: Martin Prick

Leonardus- en Michaëlkoor zetten jubilarissen in het zonnetje

Algemeen

Tekst en foto: Martin Prick

Beek en Donk- Augustinus schijnt het ooit eens gezegd te hebben: “Qui bene cantat bis orat”. Ook in deze coronatijd wordt het gewaardeerd, dat er mensen zich inzetten om de kerkdiensten op te luisteren met gezang.

Pastoor De Jong vindt het erg op zijn plaats om de jubilarissen van het Leonardus- en Michaëlkoor te ontvangen in de kerk. Na het voorlezen van een brief van bisschop Gerard de Korte in het kader van het feest van Sint Caecilia, patroonheilige van de muziek, waarin de bisschop het belang van de muzikale verzorging van de mis benadrukt en uitspreekt, dat het ontbreken van zang nu pas echt duidelijk is geworden, neemt de pastoor ruim de tijd om de jubilarissen in het zonnetje te zetten. Ze krijgen een medaille, een cadeaubon en een bloemboeket aangeboden. Daarnaast was er natuurlijk koffie met gebak. Eén van de jubilarissen is de heer Kempen, sinds 1995 verbonden aan het Michaëlkoor als dirigent. Mevrouw Koot is al 25 jaar organist. Bij het Michaëlkoor nu 12,5 jaar.

18 en 30 leden
Om de spirit erin te houden wordt bij de koren van alles georganiseerd naast het vertolken van de kerkelijke gezangen. De koren van Beek en van Donk hebben respectievelijk 18 en 30 leden. Om alle stemmen goed bezet te houden, wordt steeds moeilijker. De jubilarissen zijn allen 25 jaar lid van een koor. De dames Hamelynck en Van Horik al 40 jaar. “Toen de kinderen naar school gingen, zeiden we tegen elkaar dat het wel leuk was om de vrije tijd een goede invulling te geven”, aldus Hermien Hamelyck. Ze vinden het na 40 jaar nog steeds erg gezellig en gaan weer zingen zodra het mogelijk is.

Niet alleen de repetities en uitvoeringen worden gewaardeerd, ook dingen buiten de kerk, zoals fietstochten en het ‘kletsen’ tijdens de koffie na afloop . Dirigent Kempen vertelt dat het koor al sinds 17 februari van dit jaar niet meer heeft gezongen. Pastor De Jong steekt eenieder een hart onder de riem door op te merken, dat er vooruitzichten zijn om met Pasen weer voorzichtig te kunnen opstarten.

Toekomst
De eucharistie wordt er gezelliger door, het schept verbinding tussen mensen en het voegt duidelijk iets toe, als er gezongen wordt. Dat hoeft niet meteen Gregoriaans te zijn, maar dat is van oudsher wel het eerste waaraan wordt gedacht als we het over het opluisteren van katholieke diensten hebben. Over 10 jaar hoopt iedereen, dat er nog steeds kerkkoren zullen bestaan, anders zullen we toe moeten naar een voorzanger, een cantor, die de gezangen voordoet, waarna de mensen hem nazingen.