Anaïs van de Laar
Anaïs van de Laar

Jeugdige ambities: Anaïs van de Laar

Kinderen & Tieners

Beek en Donk - Anaïs van de Laar (15) uit Beek en Donk zat al op een paard voordat ze goed en wel kon lopen. De paardensport is haar van kinds af aan bijgebracht. Nu rijdt ze regelmatig wedstrijden en droomt ze ervan om later dit jaar de Brabantse Kampioenschappen te kunnen rijden.

Als klein meisje ging Anaïs graag met haar vader mee naar de stallen waar Doede, het paard van haar vader, stond. Regelmatig spanden ze samen de koets voor een buitenrit in. Zo raakte Anaïs met het paardenvirus besmet. Het duurde niet lang of ze ging zelf op paardrijles. In De Mortel bij manege Het Zwarte Water leerde ze de eerste beginselen. De stap naar een eigen pony was snel gemaakt. Van de manege werd overgestapt naar de ponyclub in Mariahout. Wekelijks werd fanatiek getraind. Ook aan de zomerse ponykampen nam Anaïs met plezier deel. Anaïs was ongeveer elf jaar toen ze voorzichtig begon met springen. Dat beviel zo goed dat ze verder trainde en nu zelfs aan springwedstrijden deelneemt.

“Het is echt een ‘way of life’ en dat bevalt
mij meer dan uitstekend!”

Vertrouwen is het halve werk
“Het is voor mij heel bijzonder om te ervaren hoe je een band opbouwt met een dier puur op gevoel en vertrouwen”, licht Anaïs toe terwijl ze zichtbaar straalt. “De samenwerking tussen mens en paard is een constante uitdaging waar ik echt van kan genieten. Het is niet altijd makkelijk, soms loopt het allemaal niet zoals je wilt. Dan is het de kunst om rustig te blijven en jouw frustratie niet op je paard over te brengen.” Corona heeft ook invloed gehad op de paardensport. Lessen konden niet doorgaan en ook het wedstrijdseizoen viel in het water. Anaïs traint hard en hoopt dat er betere tijden komen. Later dit jaar worden de Brabantse Kampioenschappen gereden Daar hoopt ze aan mee te kunnen doen. Voor de toekomst droomt ze groter dan Brabant. Nederlandse en Europese kampioenschappen zijn misschien een volgende stap.

Poep scheppen hoort er ook bij
Anaïs leerde de eerste beginselen van het paardrijden van haar vader maar inmiddels kijkt ze op tegen ruiters van hoog niveau. Alice Naber-Lozeman en Dani Starwyn zijn grote voorbeelden. Ze hoopt ooit op zo’n hoog niveau te presteren. Tot het zover is wordt er veel getraind. Elke week is ze minstens acht uur aan het rijden of springen. Verzorging van een paard kost natuurlijk ook veel tijd. Dagelijks is Anaïs in de stallen. Haar paard verzorgen, hoeven krabben en de stal uitmesten. Het hoort er allemaal bij en maakt het ook zo leuk. “Het is echt een ‘way of life’ en dat bevalt mij meer dan uitstekend!”, besluit Anaïs.

Tekst: MooiLaarbeekTeenz

Anaïs van de Laar