Landschapsplan Lieshoutsche Beemden - Beeksche Akkers
Landschapsplan Lieshoutsche Beemden - Beeksche Akkers Foto: Brabantsgroenemaatpak

Oudste landschapsplan van Nederland, uit 1946, is te vinden in Laarbeek

Algemeen

Laarbeek - De schoonheid van het Brabantse landschap wordt mede bepaald door de vele lanen, houtwallen, struwelen, singels en solitaire bomen. Ze groeien op de erven en in de natuurgebieden, maar ze staan ook overal in het boerenland, langs de wegen en de sloten, tussen de akkers en weides. We genieten ervan, achteloos, alsof al die bomen en struiken er vanzelf gekomen zijn. We realiseren ons meestal niet dat een groot deel ervan heel bewust is aangeplant tijdens de ruilverkavelingen in de jaren 1930-1980.

In die tijd werd het landschap, ook in Brabant, ingrijpend gemoderniseerd. Boeren kregen enkele grote kavels in plaats van vele kleine. Hun grond, die tot die tijd vaak te nat was en moeilijk bereikbaar, werd met een efficiënt slotenpatroon ontwaterd en nieuwe verharde wegen werden aangelegd. En langs die wegen kwamen nieuwe bomen en andere beplantingen. Daarvoor maakten ontwerpers van het Staatsbosbeheer ‘landschapsplannen’. Daardoor bleef het historische Brabantse mozaïek van akkers, beemden, buurten, bossen en velden herkenbaar in het nieuwe landschap. Al die eiken en lindes bij de erven, houtwallen met eiken langs de akkers en populieren en struweel-singels op de heide-ontginningen, elzensingels en wilgenbosjes langs de beken vormen nu Brabants Groene Maatpak.

Een vergeten ontwerp
De provincie Noord-Brabant wil dit vergeten ontwerp achter het landschap opnieuw op de kaart zetten, om zo een brede discussie aan te gaan over de toekomst van het landschap. Een landschap dat de komende decennia opnieuw op de schop zal gaan. Wat kunnen we leren van de periode van de ruilverkavelingen? Kunnen we net als toen het landschap opnieuw vormgeven? En kunnen we daarbij voortbouwen op het Brabants Groene Maatpak?

De Lieshoutsche Beemden – Beeksche Akker en De Leek. Dit is het oudst bekende landschapsplan waarop landschapsarchitect Roelof Jan Benthem, in maart 1946, met puntjes op de kaart, naast de bestaande bomen, ook veel nieuwe beplantingen intekende. Hij stelde eiken met struikrandje eronder voor langs de akkerranden en waar wegen de beek kruisten tekende hij struiken en een nieuw bosje in de bocht van de beek achter het kapelletje van Heereind. Langs nieuwe wegen over het veld liet hij populieren planten. Veel daarvan zijn nu nog terug te vinden. Kijk maar naar de eiken met struikrandje langs de Kerkakker en het bosje achter het kapelletje van Heereind.

Benthem gaf op de kaart voor de gebieden Lieshoutsche Beemden en Laarsche Velden ook aan dat 'het op beperkte schaal aanbrengen van hier en daar eenige grensbeplantingen met boomen en/of struiken wenschelijk' was. Daarmee wilde hij de kleinschaligheid in de beemden behouden, ondanks dat daar in de ruilverkaveling veel van de oude bosjes en singels werden 'opgeruimd'.

Uitdaging 2021
Die bomen en struiken langs de sloten in de Lieshoutsche Beemden en Laarsche Velden zijn er niet gekomen. De boeren vonden die beplantingen, zoals in heel Nederland, in de weg staan. Inmiddels is het 75 jaar later en zijn de dorpen flink gegroeid. Daar is tegenwoordig behoefte aan dorpsommetjes en wil men bomen planten om de CO2 uit de lucht op te nemen. Kunnen de mensen in Beek en Donk samen met de boeren Benthem’s oude plan toch realiseren door CO2-ommetjes met bomen langs de sloten door de beemden aan te leggen?

Missie
Hoe schat u de kansen in om in de gebieden Lieshoutsche Beemden en Laarsche Velden waarvoor Benthem kavelgrensbeplantingen voorstelde in de komende jaren weer een meer besloten landschap te realiseren? Zal dat aan de oude beemden doen denken? Wie moet daarbij betrokken worden? Kunnen boeren een vergoeding krijgen voor het openstellen van een strook grond langs zo’n kavelgrens voor een pad en een beplanting van populieren of elzensingels?