Vader en moeder Van de Laar in 1984
Vader en moeder Van de Laar in 1984

Witte gij't nog? Buurtsuper Van de Laar

Historie Algemeen

Witte gij 't nog? De winkels in de Mgr.Verhagenstraat? De heemkundekring heeft ze allemaal beschreven. Eén van die winkels was de kruidenierswinkel van Martien en Mien van de Laar. DeMooiLaarbeekKrant haalt met hun dochter Emie herinneringen op aan de tijd dat zout, rijst en meel nog in de winkel werd afgewogen en verkocht in papieren zakken.

Het begin
"Mijn vader was machinesteller bij Van Thiel", zo begint Emie haar verhaal. "In 1934 trouwde hij met Mien van den Elzen uit Gemert. Ze vestigden zich in het pand Mgr.Verhagenstraat D52. Later werd dat no. 17. In 1935 begon mijn moeder een handeltje aan huis in sigaren, sigaretten en wasmiddelen. Van de winst breidde zij het assortiment steeds meer uit. Er kwam suiker, zout, meel en rijst bij. Het handeltje van mijn moeder werd zo een echte buurtwinkel. Het ging zo goed, dat mijn vader in 1938 zijn overall bij Van Thiel kon verruilen voor een kruidenierskiel."

Ons gezin
"Ons gezin telde zes kinderen. Vanaf mijn tiende was ik al met de winkel bezig. Suiker, zout en rijst afwegen. Ieder kind vindt winkeltje spelen leuk. Maar soms moest er ook stevig doorgewerkt worden. Mijn vader bracht op een vrachtfiets met een grote kist voorop, de boodschappen rond. Als hij bij school was en de kist was leeg, mochten wij er in zitten. Dat was een hele belevenis."

"Vanaf mijn vijftiende, tot aan mijn huwelijk heb ik in de winkel gewerkt. Boodschappenboekjes ophalen, boodschappen rondbrengen, in de winkel helpen. Boodschappen rondbrengen was zwaar werk. Vier tassen aan het stuur en een doos achterop."

De winkel
"Onze winkel was een echte, gezellige, buurtwinkel. Klanten kwamen niet alleen voor boodschappen, maar ook voor de nieuwtjes. Soms had ik een nieuwtje al vijftien keer gehoord. Dan zei ik toch maar, "Oh, dat wist ik nog niet!"

"Wij waren de eersten in de straat met telefoon", lacht Emie. Als vrouwen in de straat uitgeteld waren, kregen ze van mijn vader de sleutel van de winkel. Dan konden ze ook 's nachts naar de dokter bellen.

"We waren altijd open. Dat begon al 's morgens om zeven uur als de werkers van Van Thiel shag kwamen kopen. Ook 's avonds hadden we nog vaak aanloop. Klanten kwamen gewoon achterom. En 's zondags was het helemaal raak. Jongelui die 's zaterdags uit waren geweest doken 's nachts thuis de kelder in en aten de pudding en het brood op. Moeders kwamen in de loop van de dag tot de ontdekking dat er geen brood meer was om de volgende dag mee te geven naar het werk."

"Het betalen van de boodschappen ging vaak op afbetaling. Zaterdags betaalden de klanten een deel van de schuld. De rest werd voldaan als de kinderbijslag binnen was. Soms moesten we schuld kwijtschelden. We waren behalve buurtwinkel ook een soort buurtbank van lening."

"In 1962 is de winkel verbouwd. Wij werden de eerste supermarkt van Beek en Donk. Winkelen met een mandje! Toen ik ging trouwen, nam mijn oudste broer de winkel over. De winkel is er gebleven tot 1984. Tegen die grote supermarktketens viel gewoon niet op te boxen."

Mijn ouders
"Mijn vader was een rustige man. Ik heb hem eigenlijk nooit kwaad gezien. Hij was trots op de winkel en op zijn vrouw. Mijn moeder was een hardwerkende vrouw. Ga er maar aanstaan, een winkel runnen en zorgen voor zes kinderen! 's Avonds naaide ze nog kleding. We hebben ondanks het drukke bestaan van onze ouders een geweldige jeugd gehad!"

Martien in de winkel