De onderscheiding is in ontvangst genomen door Jo van den Biggelaar-Voets
De onderscheiding is in ontvangst genomen door Jo van den Biggelaar-Voets

Ouders van Jo van den Biggelaar-Voets postuum onderscheiden

Human Interest Algemeen

Lieshout - Jo van den Biggelaar-Voets uit Lieshout nam op 10 oktober j.l. een hoge Israëlische onderscheiding in ontvangst. Zij deed dat namens haar overleden ouders, Grard en Betje Voets. De onderscheiding was aangevraagd door Hélène Egger. Deze inmiddels 87-jarige dame, zat tijdens de oorlog tien maanden ondergedoken bij de familie Voets in Vorstenbosch. Yad Vashem is de hoogste Israëlische onderscheiding, die wordt toegekend aan niet-Joden. Lees hieronder het ontroerende verhaal achter deze onderscheiding.

GRARD VOETS EN BETJE BRONTS KEKEN NIET DE ANDERE KANT OP

Dinsdag 10 oktober 2017
"Jazeker, apetrots zijn wij op ons pap en ons mam", zegt Jo. "Een dag om nooit te vergeten, die dinsdag 10 oktober. De familie Voets had zich verzameld in 'De Stuik', het dorpshuis van Vorstenbosch, samen met de familie van Hélène Egger en talloze andere genodigden. De ceremonie was uiterst sfeervol, met mooie toespraken, prachtige gedichten, stemmige muziek en als klap op de vuurpijl, de uitreiking van de onderscheiding door Nira Staretz van de Israëlische ambassade. Ik kreeg een brok in mijn keel toen de oorkonde werd voorgelezen. Jammer dat ons pap en ons mam er niet zelf bij konden zijn. Ons pap zou waarschijnlijk gezegd hebben: "Waar maken ze zich toch druk over!" Ons mam: "Je helpt toch gewoon iedereen die geholpen moet worden!" Later op de dag hebben we met zijn allen stil gestaan bij het graf van onze ouders."

Ons pap en ons mam
We woonden destijds Kerkstraat E74", zo gaat Jo verder. "Mijn vader werkte bij de CHV in Veghel en boerde er thuis nog een beetje bij. Het was een stille man, eerlijk en betrouwbaar. Recht door zee. Bij mijn weten, ik was toen nog maar zes, was hij niet betrokken bij het verzet."

"Mijn moeder was meer open en goedlachs. Ze was ijverig en zorgzaam. Trots op de vijf kinderen die ons gezin toen kende. Drie jongens en twee meiden. In 1946 kwam er nog een zusje bij. Ik ben de oudste van de meisjes. Ons gezin was een soort 'zoete inval', we hadden veel aanloop. Mijn ouders hadden als motto, 'helpen als je helpen kan'.

Hélène Egger
Wie Hélène Egger is, lezen we in het boekje 'Ik ben er nog', dat dochter Debby Petter schreef. Hélène beleefde het begin van de oorlog als tienjarig joods meisje. Haar moeder stierf ten gevolge van een hersentumor. Vader en moeder waren gescheiden. Opa en oma namen de opvoeding over. Ze ondervond hoe de Amsterdamse Joden steeds meer in hun vrijheden werden beperkt. Aparte scholen voor Joden. Het openbaar vervoer voor Joden was verboden. Het dragen van een jodenster werd verplicht. Buren en familieleden verdwenen, vriendinnetjes werden opgepakt. Haar twee broers Julius en Daniël werden op transport gesteld naar Westerbork. Ook Hélène en haar vader kwamen aan de beurt. De Amsterdamse Joden werden verzameld in de Hollandsche Schouwburg. Als door een wonder werd Hélène er door een hoge SS-er tussenuit gepikt. Zij mocht haar vader nog een kus geven vóór hij weggevoerd zou worden. Daar stond ook opa. Die nam Hélène mee. Voor haar begon nu een barre tocht langs vele onderduikadressen. Een tocht die zou eindigen in het Brabantse Vorstenbosch.

"Hoe opa dat allemaal voor elkaar heeft gekregen, is altijd een raadsel gebleven", zegt Jo.

Leentje Bakker, mijn oudere zus.
Samen met haar begeleidster uit het verzet, 'tante Greet' en een jongen die ook op weg was naar een onderduikadres, liep Hélène van station Veghel naar Vorstenbosch. Een stevige wandeling. Ze stelde zich aan de familie voor als Hélène. Dat werd al gauw Leentje. Voor de buitenwacht, Leentje Bakker, 'het nichtje uit Rotterdam', dat hier in Brabant kwam aansterken.

"Voor ons was dat heel aannemelijk", vertelt Jo. "Er schoven regelmatig bleekneuzen aan bij ons aan tafel. Ik denk dat het hele dorp wel vermoedde wat er echt aan de hand was met Leentje. Ze mocht in de kerk niet ter communie, want ze was niet katholiek. Dat viel natuurlijk op. Ons mam liet Leentje dan 's morgens voor de mis expres iets eten. "Om extra aan te sterken", zei ze. "Denk erom Leentje geen communie. Dat mag niet als je hebt gegeten", waarschuwde ze.

Ik vraag me achteraf wel eens af of onze ouders beseften welke risico's ze liepen? Daar is verder nooit over gesproken. Het enige dat ik later hoorde, is dat Leentje bij ons werd geplaatst op voorspraak van pastoor Liebrechts en pater Verhoeven."

"Leentje voelde zich bij ons meteen thuis", zo gaat Jo verder. "Ze werd mijn oudere zus. Dat is ze nu nog steeds. Leentje werd in die tijd verliefd op de knapste jongen van het dorp, Jo van Heeswijk. De oorlog liep ondertussen ten einde en op een dag kwam opa naar Vorstenbosch om Leentje weer op te halen. Ze huilde tranen met tuiten en wilde niet mee. Ik snapte het niet, maar vond het heel zielig."

Na de oorlog
Terug bij opa in Amsterdam komt Hélène tot de ontdekking wat er allemaal gebeurd is met haar vader, haar broers, haar ooms en tantes haar vriendinnen... en miljoenen Joden in Europa. Ze voelt zich ontzettend schuldig. Ik ben er nog. Maar al die anderen niet! Jarenlang zwijgt Hélène als het graf over de oorlog. "Mijn hoofd zat vol met oorlog", zou ze later in een interview zeggen. "Zo wil ik niet doodgaan!" Haar dochter Debby Petter haalde haar over om zich uit te spreken. Enkele jaren geleden tekende ze het levensverhaal van haar moeder op en bewerkte het tot een theatervoorstelling. Zelf werd Hélène gastspreekster van museum Kamp Westerbork. Ze bezoekt scholen en vertelt haar verhaal. In Vorstenbosch herinnert de Eggerlaan nog aan het verblijf van Leentje bij de familie Voets. En steeds keerde ze, als het maar even kon, terug naar Vorstenbosch, want de vrede in haar hoofd was nog niet compleet.

Yad Vashem
Yad Vashem is een enorm herdenkingscomplex in Jeruzalem. Het enige wat overbleef van slachtoffers van de Holocaust was hun naam. In Yad Vashem staan ze allemaal. Namen van de slachtoffers èn van alle rechtvaardigen die aantoonbaar niet de andere kant uit keken toen zich die gruwelijkheden voltrokken.

"Leentje vond dat daar ook de namen van Grard Voets en Betje Bronts bij hoorden", zegt Jo zachtjes. "Voor mijn oudere zus is het verhaal nu helemaal compleet."

"En voor jullie?", wil DeMooiLaarbeekKrant weten. "Wij zijn druk aan het sparen, want we gaan daar zeker eens kijken", glimlacht Jo.