Jan van den Biggelaar
Jan van den Biggelaar

‘Ik twijfelde of ik de finish wel op tijd zou halen’

Sport

Beek en Donk - De laatste Elfstedentocht werd gereden op 4 januari 1997, vandaag precies vijfentwintig jaar geleden. Op tv wordt deze hele tocht nog eens integraal herhaald. Beek en Donkenaar Jan van den Biggelaar reed ‘De Tocht der tochten’ driemaal, in 1985, 1986 en in 1997. DeMooiLaarbeekKrant interviewde hem daarover in 2017. Lees dit aangepaste interview en huiver nogmaals!

Jan van den Biggelaar woont op De Hei in Beek en Donk. “Ooit was ik een niet-onverdienstelijk wielrenner”, zo begint Jan. “Ik koerste bij de amateurs met mannen als Joop Zoetemelk en Gerrie Kneteman! In mijn tijd gingen wielrenners in de winter schaatsen. Beide sporten zijn me even dierbaar. Ik schaats en skeeler nog steeds.” 

11.338 toerrijders halen de finish
“Sinds 1909 zijn er vijftien Elfstedentochten gehouden. Het is een tocht van ongeveer 200 kilometer voor wedstrijd- en toerrijders. Er deden in 1997 16.430 toerrijders mee, waarvan er 11.338 de finish haalden binnen de tijdslimiet en ik was er één van”, laat Jan trots weten. “De tochten van 1985 en 1986 waren heilig, vergeleken met de barre en boze tocht van 1997”, vertelt Jan. De snijdende wind in combinatie met een gevoelstemperatuur van -10 tot – 15 graden was verschrikkelijk, vooral tijdens de laatste 80 kilometer, met die straffe wind pal van voren.”

It giet aon
“Op donderdag 2 januari sprak voorzitter Henk Kroes de legendarische woorden: ‘It giet aon!’ De hele zomer had ik keihard getraind voor deze drie woorden. Op vrijdag reed ik samen met mijn vrouw naar Leeuwarden, naar hetzelfde gastgezin waar ik ook in 1985 en 1986 logeerde. De volgende ochtend moest ik vroeg naar de Frieslandhallen. Daar werden we per duizendtal in gazen kooien gestopt. Mijn startnummer lag ergens tussen 9000 en 10.000. Elk kwartier opende Erica Terpstra, met een ‘big smile’ een poort en liepen 1000 schaatsers richting De Zwette, waar ze de schaatsen onderbonden en in het donker verdwenen. Ik startte rond half acht.”

“Na een halfuurtje begon het licht te worden. Het eerste stuk ging soepel, met de wind van achteren. Tegen de kou had ik me beschermd met een thermisch onderpak, winddichte sportkleding en daarover nog een jack. Mijn gezicht goed ingesmeerd met vaseline.”

Sport is keihard 
“Na verloop van tijd vond ik aansluiting bij een groepje met dezelfde snelheid. Eén van die jongens heette Pieter. Dit groepje bleef tot Bolsward bij elkaar. Op een gegeven moment, keek ik om en zag Pieter vallen. We reden door”, zegt Jan. ”Sport is op zo’n moment keihard. De enthousiaste aanmoedigingen, onderweg, waren hartverwarmend. Bij Bartlehiem kreeg ik daar echt kippenvel van. Dat steuntje in de rug had ik hard nodig, want ik was doodvermoeid, het was donker en het was nog ver, met die straffe wind pal van voren. Ik twijfelde of ik de finish wel op tijd zou halen, maar ik bleef geconcentreerd schaatsen, want één verkeerde slag of één niet opgemerkte scheur in het ijs, konden voor mij het einde betekenen van deze Elfstedentocht.”

Schijnwerpers bij de finish
“Mijn mooiste moment kwam, toen ik in de verte de schijnwerpers bij de finish op de Bonkevaart ontwaarde. Nu wist ik dat ik het ging halen! Het applaus bij de finish voelde als een warme douche. Het was een erkenning van mijn sportieve prestatie. Iets na negenen passeerde ik de finishlijn. Met bussen werden we teruggebracht naar de Frieslandhallen.”

Heldenverering
“Heldenverering voor elfstedenschaatsers vind ik overdreven”, zegt Jan bescheiden. “Ik geniet wel met volle teugen van erkenning of bewondering. Mijn kinderen kochten voor mij een abstract schilderij van Herman Brood, met daarop een schaatser in de karakteristieke schaatshouding.

Het laatste bruggetje voor de finish, in het dorpje Giekerk, is omgetoverd tot elfstedenmonument. Het is betegeld met duizenden tegeltjes. Toen mijn kleinkind mijn tegeltje aanwees, was dat voor mij een heel mooi en emotioneel moment.”

Anno 2022
Of Jan eventueel klaar is voor nog een Elfstedentocht, wil DeMooiLaarbeekKrant telefonisch weten. “Op tv wel”, grapt hij. Op de achtergrond klinkt het enthousiaste tv-commentaar van Mart Smeets en Evert Ter Napel. “Sportief ben ik er nog steeds klaar voor”, zegt hij. “Maar Ik ben nu 75 , het is mooi geweest!”

Het elfstedenkruisje van Jan.