Dierenliefde

Geit Bas is ziek. Hij ligt lusteloos op de tuintafel van Dierenpark 't Regter Eind. Dochterlief, die sinds een paar maanden 'vrijwilligerswerk' doet, is verdrietig. In zijn voerbak lag een tas met rommel. Er zaten zelfs pillenstrips bij. Bas dacht dat het een lekker hapje was. De dierenarts heeft hem al vier keer gelaxeerd. Terwijl dochterlief aan het hek staat te roepen kijkt hij amper op.

Met de cavia's gaat het beter. Die hebben in de vakantie wat 'bijgehobbiet'. Intussen drentelen er een stuk of tien jonge cavia's in het hok. Dochterlief heeft haar zinnen gezet op een duo, maar moet eerst haar ouders 'bewerken'. En zo zitten papa en mama op een heerlijke zomeravond op het terras van het dierenpark met een aantal 'snoezige' exemplaren voor hun neus. In geuren en kleuren vertelt dochterlief over de beesten, die ondertussen de tafel vol plassen en -poepen. "Ik heb ze kunstjes geleerd", zegt ze trots. Voor we het weten, zijn we gezwicht. En zeggen we 'ja'.

Dierenliefde, ik herken mijn dochters enthousiasme. Als jong meisje wilde ik dolgraag een kat. Helaas woonden we aan een drukke weg. Ons eerste katje werd door mijn opa gevonden. Hij kwam op visite en zag onze kat levenloos langs de weg liggen. "Opa heeft onze poes doodgereden", huilden wij, niet wetende dat we opa daarmee een trauma bezorgden. Voorlopig geen katten meer, besloten mijn ouders. Achttien was ik, toen ik bij mijn tante van de boerderij een exemplaar mocht meenemen; Sambal, ofwel Sammie, zoon van Rode Sien. Mijn tante kent alle stambomen van haar katten uit haar hoofd, vaders onbekend. Sammie was een verstoteling met ADHD. Gek als een deur sprong hij, op zoek naar vrouwen, binnen niet al te lange tijd voor een auto.

Mijn ouders hadden nog diverse katten. Toen ik samenwoonde, kreeg ik met manlief Jacob. Hij was ons eerste opvoedkundige project. Hij maakte ons huwelijk en de geboorte van alle kinderen mee. Ons verdriet was groot toen hij, na zestien jaar, in ons bijzijn stierf, maar de kattenbak miste ik geen moment.

Dochterlief telt de dagen af tot de cavia's groot genoeg zijn om te nemen. Intussen kijken wij vertwijfeld naar onze rommelschuur. Cavia's kunnen buiten, dat scheelt in de stank. Maar de schuur opruimen stond niet op ons lijstje. Dierenliefde, je moet er wat voor over hebben. En over liefde gesproken. Het zijn toch ècht wel twee meisjes?