Afbeelding
Foto: Joost Duppen

Heemkundekring De Lange Vonder leidt oud-prinsen rond door Beek en Donk

Oud-prinsen van Ganzendonck vieren Prinsjesdag

Redacteur: Marie-Christine van Lieshout

Fotograaf: Joost Duppen

Beek en Donk – Tradities zijn er niet alleen in Den Haag. Op 'de derde dinsdag van september' hebben oud-prinsen van De Teugelders van Ganzendonck ook hun traditionele samenkomst. Gehuld in keurige zwarte pakken en dames veelal met hoed wordt dit jaar een tour door Beek en Donk gemaakt onder deskundige leiding van de heemkundekring.

Benenwagen
De gouden koets is in de revisie, de glazen koets is nodig in Den Haag. Daarom gebruikt de Prinsengarde de benenwagen om hun route door het pittoreske Beek en Donk te voltooien. Harry Brugmans van heemkundekring 'De Lange Vonder' geeft in de Heemkamer uitleg over het ontstaan van Beek en Donk. Twee dorpskernen die samen één dorp werden. "Harmonie O&U en voetbalclub Sparta droegen bij aan de saamhorigheid", legt Harry uit. "Zij waren de eerste verenigen voor het hele dorp. Tegenwoordig mag rivaliteit tussen Beek en Donk geen naam hebben. Misschien ooit als grap." Harry krijgt meteen gelijk. Beekse Prinsen gaan wandelen in Donk, Donkse prinsen gaan naar Beek. "We goan toch nie noar dieje griebus", roept de Beekse Ad van den Broek uit als hij hoort dat hij naar Donk moet. Hilariteit alom. Uiteindelijk splitst het gezelschap zich in twee kleurrijke groepen.

quote: We goan toch nie noar dieje griebus

Meerdere gidsen
Gewapend met een map met oude foto's en kaarten betreedt Walther van Kessel Beek. Als lid van de werkgroep werkte hij mee aan de ontwikkeling van de wandelroutes. Collega en oud-prins Guido Klessens is niet te beroerd om hem te helpen. Om de beurt vertellen ze wetenswaardigheden over Beek. Donkse oud-prinsen en hun partners weten gelukkig veel over Beek. Ze vullen de vertellers naar hartenlust aan. Gerard Hanegraaf vertelt tijdens de wandeling over het ontstaan van Prinsjesdag van de Prinsengarde. "In 1998 is deze ludieke dag bedacht", vertelt Gerard lachend. "Als de nieuwe prins voorgesteld is, dan zit jouw taak erop. Je moet opletten dat je dan niet in een gat valt. Prinsjesdag is de gelegenheid om elkaar weer te ontmoeten en samen iets leuks te ondernemen."

Koffertje?
Het Beekse gezelschap staat inmiddels de sluis te bewonderen. Ook zij zijn goed op de hoogte van de geschiedenis van Donk. "Toch fijn om te weten dat Beek hoger ligt dan Donk", grapt Beekse Antoon van Schayk. Als het gezelschap de Donkse brug oversteekt worden herinneringen opgehaald aan de winkels van weleer. Ook bijnamen van ondernemers zijn de oud-prinsen wel bekend. Intussen wordt er door voorbijgangers gezwaaid en gekeken. Het illustere gezelschap trekt zeker bekijks. Na twee uur wandelen wordt in Beek neergestreken, waar kersverse burgemeester Frank van der Meijden komt kennismaken. De burgemeester gaat uiteindelijk naar huis met een koffertje waarin zeker geen miljoenennota zit.

Bekijk alle foto's van deze ludieke dag op www.mooilaarbeek.nl.


LEZERSPODIUM

Eli-jeugd is géén goedkope kinderopvang!

De Dorpsraad nam een mooi initiatief om de nieuwe burgemeester uit te nodigen voor een fietstoer door Lieshout. Als de delegatie met de burgemeester en de Dorpsraad sportpark 't Luijtelaar bezoekt, verandert het groene Lieshout plots in het blauw-wit van Eli.

Het kersverse burgemeesterspaar blijkt zeer geïnteresseerd en betrokken. De sportieve Frank van der Meijden en zijn vrouw Lizeth, leerkracht op een basisschool, begrijpen wat er bij Eli-jeugd speelt.

Helaas begreep de meegereisde ED-journalist dat niet. Hij vatte de Eli-boodschap in zijn artikel samen in twee zinnen: "Er zijn ouders die met de auto aanrijden, nog net even stoppen en de kinderen laten uitstappen en weer wegrijden. Dan zijn wij dus een goedkope kinderopvang." Ik herken me niet in deze woorden, al was het maar omdat ik als niet-Brabander het woord 'aanrijden' niet gebruik. Net als de Dorpsraad-voorzitter houdt Eli-jeugd niet van zeuren en klagen. En zeker niet over de oudergroep die zaterdags enthousiast langs de lijn staat en waarvan er ruim 80 als vrijwilliger een bijdrage leveren aan het sportplezier van onze 170 jeugdleden. Daar ben ik trots op.

De burgemeester benadrukt dat sportclubs als Eli het smeermiddel van de samenleving zijn. Hij pleit voor verbinding en openheid. Om te voorkomen dat na het lezen van het artikel in het ED de verkeerde beelden blijven hangen, zet ik hier uiteen waar bestuurders in de jeugdsport mee worstelen:

Vervaging van normen en waarden zien we terug in maatschappelijke problemen als pesten, agressie, gebrek aan discipline en fatsoen. Gelukkig geen schering en inslag bij Eli-jeugd. Vanuit de gedachte 'voorkomen is beter dan genezen' investeert Eli-jeugd bijvoorbeeld in een programma 'Positief Coachen'. We denken en werken vanuit 'Sportiviteit en Respect', maar zijn afhankelijk van onze vrijwilligers. In deze tijd kan een jeugdvereniging niet meer zonder vertrouwenspersoon waar speler en/of ouders hulp krijgen als het in de omgang met elkaar misgaat. Het gaat dan niet gaat over problemen met veters strikken.

Sport is belangrijk voor kinderen. Ze kunnen hun energie kwijt en uit onderzoek blijkt dat sportende kinderen op school beter presteren. Maar wie geeft ons de 'tools' om kinderen met een 'rugzakje' te begeleiden? Ik heb het dan over ADHD, PDD-NOS of andere problematiek. Bij Eli-jeugd is er voor elk kind een plek. Maar we lopen tegen de grenzen en de bereidheid van onze vrijwilligers aan. Daar zit mijn zorg.

Tegenwoordig is iedereen druk, druk, druk. Iedere seizoensstart zijn we blij dat we weer genoeg trainers/leiders hebben gevonden.En dan vragen we ook nog een Verklaring Omtrent Gedrag. Helaas is dat tegenwoordig noodzakelijk. Ik moet er niet aan denken dat we de landelijke pers halen met een bericht over ongewenst gedrag binnen onze vereniging.

Bij Eli-jeugd rekenen we op een Lieshouts bierviltje uit dat een voetballend kind zo'n 175 euro per jaar kost. De contributie is laag zodat iedereen mee kan doen. De gemeente Laarbeek draagt 30 euro per kind bij. Sponsors hebben te maken met de crisis. Zelfs 'fundraising' is noodzakelijk vrijwilligerswerk geworden. Het doet pijn dat Eli ieder jaar 20-25 duizend euro betaalt aan energiekosten, 30% van de begroting. Met dat geld moeten we andere dingen doen. Ons hoofdbestuur praat al twee jaar met de gemeente over led-verlichting. Dat zou enorm schelen in de jaarlijkse stroomkosten. Maar dan moet er geïnvesteerd worden en heb je iemand nodig met verstand van zaken, liefst een vrijwilliger.

Er worden minder kinderen geboren. Dit betekent dat we voor de aanwas van nieuwe leden meer moeite moeten doen. We laten kinderen van de Lieshoutse basisscholen vroeg kennismaken met het voetbalplezier bij Eli. Ook wij willen dat zoveel mogelijk kinderen sporten. We moeten ons echter afvragen of sportpromotie via 'Laarbeek Sportief', 'Laarbeek Actief' of de 'Nationale Sportweek' bijdragen aan de echte vraagstukken rondom jeugdsport in Laarbeek. Zeker als daar betaalde krachten voor worden ingezet. Natuurlijk zijn deze acties leuk voor de kinderen. Maar schieten we het echte doel niet voorbij? De meeste kinderen sporten al bij een Laarbeekse vereniging. Wellicht kan dit geld en deze professionele deskundigheid worden ingezet om de verenigingen te ondersteunen bij de vraagstukken zoals hierboven geschetst.

Burgemeester Van der Meijden: We begrijpen dat de gemeente in het harnas van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is terechtgekomen. Dit betekent dat de regie van de overheid weer naar de burger moet. Er ligt een uitdaging voor de Gemeente Laarbeek, maatschappelijke instanties en sportverenigingen zoals Eli. Natuurlijk moeten we daarover in gesprek. In openheid en verbinding, maar wel met het doel om de echte vraagstukken op te pakken en met duidelijke grenzen aan de verwachtingen van vrijwilligers!

Het zal duidelijk zijn dat dit een heel andere boodschap is dan het ED in de krant wist te krijgen. Misschien was die ED-journalist ook 'gewoon' maar een vrijwilliger ...

Gerhard Vermaeten

voorzitter Eli-jeugd, op persoonlijke titel

Afbeelding