Afbeelding
Foto:

Stierenboer Angel

Aan de overzijde van de Jalónrivier waaraan ik woon, staan achter een heuvel de stallen van de stierenboer. Misschien is het zijn achternaam waarom hij zijn bedrijf La-Paloma (de duif) heeft genoemd (daar ben ik na veertien jaar nog steeds niet achter), maar dat geldt voor de stierenboer hetzelfde. Hij begrijpt Finca-Erbalunga evenmin. Dat kán hij ook niet begrijpen, want mijn huis is genoemd naar het Corsicaanse vissersdorpje Erbalunga, waar ik graag had willen wonen! En zover reikt zijn geografische kennis vast niet (knipoog)…

Bij mijn achterpoort staat altijd wel een rottig oud stoeltje. Die vind ik in groten getale bij de basura (vuilcontainers) en die komen hier altijd wel van pas. De bergklimmers maken er vaak hun kampvuurtjes mee aan, herder Raphaël rust daarop altijd even uit als zijn geitjes rondhuppelen en stierenboer Angel (Engel) doet er een tukje op als hij zijn honderdvijftig gitzwarte stieren laat grazen. Angel valt er met enige regelmaat ook doorheen en dan zoek ik weer een ander stoeltje. Deze cowboy is een man van mijn leeftijd (middelbaar zal ik maar zeggen… whaháááhhh), heeft een stoer uiterlijk, Spaans temperament, donker uiterlijk, flinke spierballen en is - zoals álle Spanjaarden - enorm aardig. Zo´n cowboy waarmee je met alle plezier eens een beschuitje zou willen eten!

Onlangs zat Angel weer op mijn basurastoeltje. Zo gauw ik hem zag, liep ik er naar toe. Voor een práátje welteverstaan! Daar zat hij, met zijn linkerbeen tot over zijn knie in het gips."¿GODalleJezus-nogantoe (dat verstaat hij tóch niet), que pasa Angel?" Bleek dat hij door een van zijn stieren was aangevallen. Omdat zijn stieren bijna dagelijks rondom mijn huis struinen - op zoek naar een groen grassprietje -, vertelde hij hoe ik me kon redden als een op-holgeslagen-stier op me af zou stormen. Ik bedankte voor de tip maar was ervan overtuigd dat mij dat nooit zou overkomen! Nadat ik hem veel beterschap had toegewenst ging ik verder met tuinieren. Het was echter geen úúr later, toen ik met een kruiwagen mijn achterpoort uitliep. Tussen de stieren door, met de bedoeling het groenafval in de droge rivier te droppen (dat mág). Als Aelese boerendochter ben ik tenslotte tussen zwiepende koeienstaarten opgegroeid, dus wát kon mij nou gebeuren. En dat ik toevallig een rood shirt aan had was hélemaal geen probleem. Ik kan dan wel blond zijn, maar ik weet dat een stier nou eenmaal kleurenblind is. Ik zag ´m al vanaf een afstand. Hij blies de stoom uit zijn neusgaten en stormde met duvel-en-geweld op me af. "¡GODalleJezusnogantoe (maar dat verstond de stier ook niet)!" In een flits herinnerde ik de tip van cowboy Angel en holde in de richting van een amandelboom. Gewoon een kwestie van rondjes om de boom lopen tot de stier er genoeg van heeft. En met een boomstam voor je neus kan een stier je nooit op zijn hoorns nemen. Phoe-phoe! Was me de ervaring wel… Adios!

Ik groet Laarbeek met Spaanse zonnestralen.
Anne Wittebol-Aarts
www.FincaErbalunga.com

Afbeelding