Afbeelding
Foto:

Anne-Marie-Christine…

Zo heette mijn looppop waarmee ik een haat-liefde-verhouding heb gehad! Ik kreeg haar van Sinterklaas, op een leeftijd dat klasgenootjes al met één oog naar de stoerste binken uit Aele keken. Haar voorgangster had ik kapot gespeeld. Die was van porselein en al was ik héél voorzichtig om met haar te spelen, op een gegeven moment kon zelfs een poppendokter niets meer voor haar betekenen. Goed bedoeld van de Spaanse Goedheiligman maar een plastic variant met botoxlippen en hoogblond vlashaar vond ik geen alternatief. Om deze blonde del nog iets chique´s mee te geven noemde ik haar naar de drie gratiën uit ons gezin. Na één speelbeurt waren haar rode lippen al verdwenen, dus kliederde mijn vader er nog een restje naftalrode deurverf overheen die hij ergens op een plankje had gevonden. Het mocht duidelijk zijn dat mijn vader zaliger nooit eerder lippen had gestift (knipoog)! Voordat ze definitief naar zolder verdween heeft buurvrouw Mieke er avond-aan-avond aan gewerkt om voor Anne-Marie-Christine een garderobe te breien die wat klasse uitstraalde. Maar helaas gold ook voor deze looppop; "Wie voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje." Of ik haar voor dat vele breiwerk ooit bedankt heb weet ik niet, maar Mieke, bij deze met terugwerkende kracht…

Het was voor Anne-Marie-Christine onvermijdelijk. Ze werd verbannen tot het donkerste plekje op zolder waar ze jarenlang onaangeroerd in een hoekje stond tussen de huwelijksuitzet van mijn twee oudere zussen. Toen ik op vierentwintigjarige leeftijd Aarle-Rixtel verruilde voor een dorpje in het Dommeldal stuurden mijn ouders Anne-Marie-Christine achter me aan. Gelukkig voor haar stond ze daar op zolder onder een piepklein dakraampje. Na een tijdje Dungense boerenlucht verdween ze voor anderhalf jaar in opslag en zo kwam ze in een container uiteindelijk in Spanje terecht, wederom op een raamloze zolder (maar wél onder de zon)! Ook daar stond Anne-Marie-Christine meer dan tien jaar in een hoekje tót ik op een avond oog-in-oog met haar stond. Ze had er genoeg van om altijd maar in het donker te staan. Dus bracht ik haar samen met mijn Barbiepop naar een tweedehands zaakje in een nabijgelegen dorpje. Niet te geloven maar… daar waren ze blij met hen. Einde verhaal zou je denken!

Een paar weken later was ik wederom in dat tweedehands zaakje om een zak afgedankte kleren af te leveren en zag voor de etalage mijn twee poppen staan pronken. Bijna op hetzelfde moment kwam een moeder binnen met een huppelend meisje die met een grote glimlach regelrecht op Anne-Marie-Christine afstormde, haar liefdevol in de armen nam, haar kuste en door haar hoogblond vlashaar streelde. De moeder nam haar portemonnee en betaalde twee euro voor mijn looppop. Het meisje huppelde blij naar buiten. Ik stond als aan de grond genageld. Eindelijk! Eindelijk, na ruim vijftig jaar kreeg Anne-Marie-Christine de liefde die ze verdiende. Eind goed, al goed. Adios!

Ik groet Laarbeek met Spaanse zonnestralen.
Anne Wittebol-Aarts
www.FincaErbalunga.com

Afbeelding
Afbeelding