De markt

"Lekkere peultjes, het zijn de laatste. Worrrrrrteltjes, frisse worrrrrteltjes, vers van het land. Bloemkolen, grote bloemkolen. Wie maakt me los." Zomaar een greep uit de kretologieën van de bulderende marktkooplieden. Ik vind het altijd gezellig op de markt. Het ruikt er gevarieerd naar groenten, fruit, kaas, vis, leer, goedkope nepluchtjes en ik koop altijd te veel. Zo staat op markt in Helmond een vrachtwagen met een open laadklep en tig dozen bananen. De kramer neemt een plastic tas en roept een bedrag met daarbij de tekst: "Ik doe er niet 1 tros in, niet 2, niet 3, niet 4 maar 5 trossen." Een koopje toch, dus loop ik met mijn handeltje pisang naar huis. De helft is in de groenbak terecht gekomen. Dat doet me denken aan de vrouw die thuiskomt en tegen haar man zegt dat ze op de markt nog veel meer geld had kunnen verdienen wanneer ze meer bij gehad had. Op de markt is je gulden immers een daalder waard. Net als de eerste klap trouwens.
In mijn jonge jaren gingen we niet naar de markt maar 'no de mert'. Bijna iedere week. Dat was ook de bestemming van iedereen aan wie ik vroeg waar ze heen gingen. "Noar keischeuten mert, knikkers kaope." Oftewel, ik moest niet zo nieuwsgierig zijn. Nu pas weet ik dat kaajscheut een Tilburgse benaming is voor een gebakken aarden knikker.
Laatst sta ik bij de poelier voor het bestellen van een kalkoen, het is immers bijna kerstmis. Naast me staat een vrouwke, net groot genoeg om over de toonbank te kijken. Een beetje mopperend en bits staat ze wat te pruttelen als een echte neteknipper. Ze draagt een kleine zwarte nuzzik en kijkt erg zuur uit d'r ogen. Je kent dergelijke types wel, niets is goed genoeg, ze zijn altijd chagrijnig en ze zijn altijd gehaast. Een echte nibbekras, om maar eens een stukje dialect te gebruiken. "Heeft u ook kippen in de aanbieding", vraagt ze snauwerig. De man achter de toonbank antwoord netjes dat ze voor tien euro 3 krielkippen kan krijgen. Haar keel gaat open en met een schorre stem krast ze: "Op de markt gooien ze je dood met 3 kippen voor een tientje", waarop de vriendelijke man puntig antwoord dat het jammer is dat ze haar niet geraakt hebben.
Maar ligt het aan mij of neemt het aantal marktkramen af. In Lieshout telde ik er afgelopen dinsdag een handvol. In de economie noemen we dit letterlijk een afnemende markt. Afgezien van de Luikse markt en de Midzomermarkt, want de Koningenmarkt is zelfs niet meer. Da's jammer. Daarom bezoekt P. Skauwe iedere week uit loyaliteit de weekmarkt, tenzij de marktvrouwen met kraamverlof zijn.