Afbeelding
Foto:

Soep van Limburgse mosterd (6 personen)

Bereiding:
Kook de bouillon in tot ± 1,5 liter. Snijd de sjalot en knoflook fijn. Snijd de spek in kleine blokjes. Fruit de sjalot, knoflook en spek aan in boter. Voeg de bloem toe en laat een paar minuten garen op een laag vuur (Let op niet verbranden). Blus af met witte wijn en voeg de bouillon toe. Breng aan de kook en klop met een garde evt. de laatste klontjes los. Voeg de mosterd en de dragon toe. Laat de soep op een laag vuurtje 10 min uitkoken. Zeef de soep door een fijne zeef. Pureer de restanten van de soep met een beetje vocht fijn en haal dit ook door de zeef en voeg toe bij de bouillon. Voeg de room en het mosterdzaad toe en breng op smaak met cognac (beetje voor beetje). Breng op smaak met peper en zout.

Garnituur:
Bak de spek tot ze krokant zijn. Snijd de sjalot in fijne ringen en fruit aan in boter. Hak de dragon en klop de room tot yoghurtdikte. Verwarm mooie diepe borden en verdeel in het midden de sjalot ringen. Giet de warme bouillon erover. Laat in het midden een lepel van de room glijden en bestrooi met dragonblaadjes. Leg op de room een reep van de gedroogde spek.