Afbeelding
Foto:

De smederij van Janus Gilsing in Lieshout

Redacteur: Jac Babin

Witte gij't nog? De smederij van Janus Gilsing in Lieshout? Janus leeft niet meer, maar zoon Tiny (72) en schoonzoon Gerrit van Leuken (74) herinneren zich nog alles. DeMooiLaarbeeKrant ontmoet hen in de voormalige smederij aan de Molenstraat. De één is er geboren en de ander woont er nog steeds.

Zoon en schoonzoon
"Mijn schoonvader is geboren in 1908 en overleden in 1975", vertelt Gerrit. "Hij trouwde met Anneke Maas en vestigde zich in Lieshout. Eerst op de hoek van de (latere) Baverdestraat, daarna in de Molenstraat." Het echtpaar kreeg 9 kinderen: twee zonen, Hein en Tiny en 7 dochters.

"Onze Hein en ik hebben het smeden van onze vader geleerd", zegt Tiny. "We moesten al jong meehelpen. Smederij uitvegen, werkbank opruimen, de hoeven van de paarden mooi zwart maken en het smidsvuur aanhouden. Het eerste dat we zelf mochten maken, was een blik om alles netjes op te vegen! Ik ging liever voetballen, maar we hadden niets te kiezen en als mijn schoenen kapot waren kreeg ik een grandioze schop onder mijn kont!"

"Ik had wel iets te kiezen", lacht Gerrit, "want ik trouwde met Jaantje, één van de zeven dochters." Gerrit is afkomstig uit Erp en is daar nog steeds actief binnen de heemkundekring. Vol trots laat hij de stamboom van de familie Gilsing op de computer zien. "Nee, met ijzer en smeden heb ik niks", grinnikt hij. "Ik was van huis uit schilder!"

Smederij Gilsing
Smid Gilsing kon van alles maken: schoppen, rieken, schoffels, harken, kachelpijpen, haardstellen, schoorsteenkappen, sierlijk hekwerk met mooie krullen, noem maar op. Maar het belangrijkste werk was toch het beslaan van paarden.

Boeren bonden 's morgens al vroeg hun paard aan de openslaande houten deuren van de smederij. "We hebben wel eens meegemaakt dat zo'n paard er vandoor ging en de deur meesleepte, de Molenstraat over! Ik vond het altijd een speciale geur hebben als mijn vader het hete hoefijzer, sissend en in een rookwolk, tegen de onderkant van de hoef drukte. Een paard 'vierkant beslaan' kostte in die tijd 16 gulden. Soms zette Janus Gilsing één van zijn zonen boven op het paard en kuierde het paard rustig terug naar de boerderij waar het thuis hoorde. "Wij vonden dat leuk", lacht Tiny. "Onze moeder niet!"

Bij de smederij hoorde ook een winkel met huishoudelijke artikelen zoals pannen en messen. We verkochten ook fietsen, fietsonderdelen en repareerden fietsen. "Onze vader kon 'witheet' worden, als we een schroevendraaier gebruikten in plaats van een bandafnemer!", herinnert Tiny zich.

Smid Gilsing was volgens Tiny een vrolijk iemand. Hij stond vaak aan het smidsvuur te zingen, vooral kerkelijke liederen. 'U zij de glorie…' galmde het dan door de Molenstraat, terwijl de vonken in het rond vlogen. Verder was Janus Gilsing een fanatiek visser, biljartte hij graag en legde hij graag een kaartje.

"De moordende concurrentie zorgde ervoor dat smederij en winkel terugliepen. Schoppen, rieken, harken en siersmeedwerk konden machinaal veel goedkoper vervaardigd worden. Smeden is zwaar werk. Mijn vader kreeg last van een hernia. Onze Hein heeft de smederij nog doorgezet. Zijn overlijden in 2006 betekende het definitieve einde van smederij Gilsing."

Anno 2017
Stille getuigen herinneren nog aan de smederij van Janus Gilsing. Kunstig vormgegeven muurankers, mooi sierhekwerk, prachtige muurlantaarn. De eigenlijke smederij is geheel ontmanteld, alleen het smidsvuur staat er nog en aan de muur hangen nog wat smeedtangen. Aambeeld en andere werktuigen van zijn vader gebruikt Tiny nu in zijn eigen hobbywerkplaats in Mariahout. En op zijn huis, staat met grote ,sierlijke, zelf gesmede letters: 't Smidje'

Afbeelding
Afbeelding