Liefde

Valentijnsdag is achter de rug. Feest van geheime liefdes. Mijn liefje is allang niet geheim meer. Elke avond duik ik naast hem in bed. Vijfentwintig jaar geleden werden we verliefd. Twee jaar daarvoor ontmoetten we elkaar op een feest. Hij bracht niet mij, maar mijn zus naar huis. Ingewikkeld, zoals wel vaker in de liefde, want zijn vriend was gek op mijn zus, en wij, de bijrijders waren getuigen van een kat en muisspel.

Toen ik manlief de tweede keer ontmoette sloeg de vonk over. Een vriendin zocht mee naar zijn adres en forceerde een afspraakje. Uiteindelijk 'vonden' we elkaar en begon een spannende tijd van verliefdheid en kleffe telefoongesprekken. Mobieltjes waren er nog niet en zo waren mijn ouders urenlang niet bereikbaar vanwege 'belangrijke' telefoongesprekken.

Bij vijf jaar verkering, we woonden al samen, wilde ik hem verrassen. Ik ontvoerde hem naar Parijs en hoopte stiekempjes op een huwelijksaanzoek. De goedkope busreis vertrok al op vrijdagmorgen. Een collega van manlief werd betrokken bij mijn complot zodat hij die dag geen afspraken had. De humoristische collega greep zijn kans en verzon dat manlief een belangrijke presentatie moest houden. Op donderdagavond voor vertrek werkte hij over omdat zijn presentatie nog niet klaar was. Naar de verjaardag van mijn moeder moest ik die donderdag alleen. Zachtjes mopperend op de collega met zijn 'leuke' ideeën. De volgende dag was de verrassing compleet. We beleefden een heerlijke tijd in Parijs, zonder aanzoek helaas.

Nu, twintig jaar later gaan wij, gezapige veertigers, gewoon uit eten. Best leuk, maar saai. Terwijl ik dochterlief vol vuur vertel over Parijs krijg ik een idee. Zou het hotel waar we achttien jaar geleden de huwelijksnacht doorbrachten nog een kamer hebben? Nadat ik de receptioniste mijn verhaal in geuren en kleuren verteld heb, zegt ze dat 'onze' bruidssuite nog vrij is. En zo zit ik, op de dag dat ik 25 jaar 'in love' ben, in mijn mooiste outfit en met mijn trouwparfum op, in de auto voor het hotel. Ik app manlief en vertel dat hij aanwijzingen in een rode enveloppe in zijn auto kan vinden. Met bonzend hart, als een wulpse maîtresse, wacht ik in het restaurant. Zijn auto rijdt voor en ik zwaai uitbundig. Als hij aanschuift leg ik de sleutel van de hotelkamer op tafel. "De bruidssuite?" lacht hij. Voor mijn liefje heb ik weinig geheimen.