Vlnr: Pieter-Jan, Maria, Mieke en Jan
Vlnr: Pieter-Jan, Maria, Mieke en Jan Foto:

Deze week: Emigratie van de families Krijnen

Redacteur: Thea Wich

Aarle-Rixtel – In de zware naoorlogse jaren was emigreren de normaalste zaak van de wereld. Veel Nederlanders zochten hun geluk in landen als Canada en Australië. Met het stijgen van de welvaart, verminderde het aantal emigranten zienderogen. Slechts voor een enkeling bleef het avontuur lokken. Zo emigreerden in 1983 twee Aarlese gezinnen naar Nieuw-Zeeland: Jan Krijnen (66), echtgenote Mieke Roijackers (61) en hun kinderen (6 en 4) samen met broer Pieter-Jan Krijnen (65), echtgenote Maria van Heijst (63) en hun kinderen (5, 4 en 2). In 1988 keerden zij terug naar Aarle-Rixtel. Met veel plezier vertellen zij over hun emigratie belevenissen.

De beslissing om de grote sprong te wagen kwam tot stand door een aantal factoren: enthousiaste verhalen van Miekes geëmigreerde tante, crisis in de bouwsector waarin beide broers werkzaam waren, Mieke's zus Noortje die in 1981 voor de liefde naar Nieuw-Zeeland vertrok en gesprekken met ver (en ook geëmigreerd) familielid Noud Vogels. Toen deze garant voor hen wilde staan (anders kwam je het land niet in), werden de plannen meer concreet.

Inspectie
"Ge moet wel van te voren komen kijken of het bevalt", adviseerde Noud Vogels, Zo gezegd, zo gedaan. Dolenthousiast kwamen de gebroeders Krijnen, na grondige inspectie van hun toekomstige woonplaats Rotorua, terug bij hun gezinnen. "Een prachtig land", vonden zij: "En werk in overvloed". Wat volgde was een lange weg van voorbereidingen. Emigratiepapieren werden aangevraagd, diploma's en werkverleden vertaald naar het Engels, ondertussen werken in Amsterdam en nieuw werk zoeken in Nieuw-Zeeland; zonder baan kreeg je immers geen vergunning. Toen deze eind '82 op de mat viel konden de verhuiscontainers worden besteld.

Op de dag van vertrek, 16 juli 1983, toog een volle bus met familieleden naar Schiphol. "Het afscheid was erg moeilijk, tranen met tuiten", herinnert Mieke zich: "Je wist niet hoe het zou gaan lopen. Wanneer zouden we elkaar weer zien? Een afscheid toen was veel definitiever dan nu. Je had geen App en Facetime. Een minuutje bellen kostte tien dollar."

'Middle of nowhere'
Noud Vogels ontving hen in Nieuw-Zeeland met open armen. Hij zorgde voor vervoer naar Rotorua en tijdelijke woonruimte. De broers gingen meteen aan de slag bij een bedrijf dat een dam bouwde ergens in de 'middle of nowhere'. Daar hadden ze snel genoeg van. "We moesten alleen maar met een Hilti werken", legt Pieter-Jan uit: "Ze beloofden voor de volgende dag beter werk. Werden we weer naar die dam gebracht. Toen zeiden we bye-bye en liepen aan, de 'bush' in. Die zijn daar zo uitgestrekt dat je gemakkelijk kunt verdwalen. Na uren lopen hoopten we op een engel. Die kwam in de vorm van een Maori met een vrachtwagen."

"Toen zijn we voor ons eigen begonnen", vervolgt Jan: "We plaatsten een advertentie met de tekst: The Krijnen Brothers, 15 years European experience. We kregen meteen reactie." Deze eerste opdracht ging volgens Maria bijna mis: "Ons Engels was nog niet zo geweldig. We verstonden het adres niet en konden het niet vinden. Gelukkig belden ze terug. Vanaf toen vroegen we altijd het telefoonnummer."

Rotorua
Beide gezinnen voelden zich snel thuis in Rotorua. De opdrachten stroomden binnen, de kinderen gingen naar school, de taal werd geleerd, Mieke en Jan kregen hun derde kind, sociale contacten werden opgebouwd. "Nieuw-Zeelanders zijn heel gastvrij en aardig", vertelt Maria: "Ze nodigen je uit voor barbecues en willen je helpen." "We pasten ons ook zo goed mogelijk aan en werkten hard", voegt Pieter-Jan toe: "Dat werd gewaardeerd."

Door de beurscrash van 1987 sloeg de recessie genadeloos toe in Nieuw-Zeeland. Mieke vertelt: "Het was echt heftig. Winkels sloten massaal en veel nog in aanbouw zijnde huizen werden dichtgetimmerd." De gezinnen beseften dat ze snel een beslissing moesten nemen over hun toekomst. Jan legt uit: "We kregen geen opdrachten meer, de oudste was inmiddels elf. We realiseerden ons dat, als we terug wilden keren, het nu of nooit was."

Geen spijt
Van deze terugkomst, in het najaar van 1988, hebben de emigranten nooit spijt gehad. Banen en huizen waren snel gevonden, het sociale leven werd weer opgepakt. Maria: "Het voelde als thuiskomen, ik genoot al van het luiden van de kerkklokken. We hadden hier weer meteen 'd'n aard'." Ook van hun jaren in Nieuw-Zeeland hebben zij nooit spijt gehad. Jan: "Het was een geweldige levenservaring, ook voor de kinderen." Pieter-Jan: "Het was een super mooi avontuur." Mieke: "Dat we voor geen goud hadden willen missen."

Het gezin van Jan en Mieke Krijnen
Het gezin van Pieter-Jan en Maria Krijnen
Het afscheid op het vliegveld