Voetballen

Het is kwart over 10, de pauze begint. Een kwartiertje kan er uitgekuurd worden. De één kiest voor een rustig mediatief moment, waarbij hij de speelplaats gemoedelijk rondkuiert om onderwijl zijn gekaneliseerde appeltjes naar binnen te schuiven. Een ander ligt al voordat de buut kan tellen in onmogelijke vormen achter het betonnen bankje zichzelf te vergenoegen over het feit dat hij een kwartier later daar nog zal liggen. Groep 5-ers verschansen zich tezamen bij de dennenboompjes om daar een onmogelijk spel te spelen waar niemand een 'hout van snarst', zoals een der knaapjes het gefrustreerd roept. Een stel meiden uit de hogere groepen paradeert als een soort van RTL Boulevard rond, krachtig in elkaars armen geklemd om maar te voorkomen dat ze elkaar kwijt zullen raken op deze niet bepaald drukbezette speelplaats. Het merendeel is te vinden op het voetbalveld, of beter gezegd, knollentuin. De bal, pas geleden nieuw gekregen, springt alle kanten op zodat het voor de ontvanger immer een verrassing is hoe het speeltuig nu weer aangenomen dient te worden. Het heeft iets weg van rugby en daar is het spelbeeld tegenwoordig ook wel eens naar. Het is gebruikelijk dat groep 8 tegen de rest speelt. Met de rest wordt bedoeld de jeugd uit groep 5 t/m 7 die ook een balletje wil trappen, of ledematen, dat gebeurt ook wel eens, maar natuurlijk nooit expres. De fysieke knapen uit groep 8 menen wel eens dat ze moeten laten merken dat zij de baas zijn en dan wordt daarna de vermoorde onschuld gespeeld. Dat is trouwens ook een kwaaltje wat andere voetbalbaasjes uit 'de rest' over zich hebben. Wat dat betreft hebben ze een prima aanpassingsvermogen: hetgeen op tv aan voetbalbeelden wordt getoond, is zichtbaar op het veld. Fysiek contact wat net wat lomper is dan normaal wordt voorzien van wilde armgebaren, een verontwaardigde snoet en vunzig taalgebruik. Een doelpunt scoren wordt vergezeld van een emotioneel gekrijs wat nog het dichtst bij een pasgeboren baby komt en het juichen kan het best vertaal worden door een doventolk; het is voor de leek onbegrijpelijk. De Ronaldo-spreidstand, inmiddels verheven tot heuse kunst, laat sommige opponenten neigen om eens goed tussen die benen te trappen, wat natuurlijk net wat te ver gaat. En zo is het elke pauze wel iets met onze tere zieltjes op het voetbalveld. Gelukkig zijn er ook nog hoteknotsebegonia voetballers die met groene vlekken op de broek, zandsporen in de profielen van hun schoenen en bruine vegen op hun voorhoofd bij de pauzebel binnenkomen en melden: lekker potje, nipt verloren, maar ook dat hoort bij het spel.