Tussenevaluatie WMO-beleidsplan gepresenteerd
"Er zit beweging in de WMO!"
Redacteur: Mariëlle de Beer
Laarbeek – Vorige week vond een tussenevaluatie plaats van het in 2014 vastgestelde Wmo-beleidsplan 'Iedereen doet mee!'. Een terugblik op de afgelopen twee jaar, een vooruitblik, aanbevelingen en een financiële verantwoording volgden elkaar op tijdens een presentatie in de commissievergadering Sociaal Domein.
'Iedereen doet mee!' spreekt aan
"In 2014 is het Wmo-beleidsplan 'Iedereen doet mee!' opgesteld met behulp van de Laarbeekse gemeenschap; een actieve gemeenschap die ervoor zorgt dat veel activiteiten worden ondernomen zonder enige (of geringe) financiële ondersteuning. Al die activiteiten leveren een bijdrage aan de doelen die gesteld zijn in het beleidsplan." Dat is althans de mening van Rianne Schwillens, beleidsadviseur Zorg en Welzijn bij de gemeente Laarbeek. Dat dit daadwerkelijk zo is, wordt ook bevestigd In een recent uitgebrachte Volksgezondheidsverkenning van de GGD waarin zij diverse Laarbeekse projecten aanhaalt.
Tussenbalans
"Het is tijd om een tussenbalans op te maken", vervolgt Schwillens haar presentatie, "want beleid maken is één maar beleid uitvoeren is stap twee. Het is nog niet mogelijk om nu al te kijken of alle doelen bereikt zijn maar wat wel kan, is stilstaan bij ontwikkelingen, benoemen waar we trots op mogen zijn en inzoomen op de leermomenten die we zien."
Trots op 'juweeltjes'
"Waar zijn we trots op oftewel wat zijn onze 'juweeltjes'?" De beleidsadviseur somt een aantal zaken op die eruit springen. "Denk aan vacaturecafé 'Laarbeek werkt'; een prachtig burgerinitiatief. Of 'Laarbeek actief'; een project waarin een brede samenwerking is ontstaan tussen scholen, sportscholen, verenigingen, BSO en andere partijen. 'Dementievriendelijk Laarbeek' mag niet ontbreken evenals 'Laarbeek voor Elkaar'. We zijn ontzettend trots op onze teams Zorg en Welzijn, op hoe actief ze zijn in alle kernen en we zien dat verenigingen ook steeds meer maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, ze kijken over de grenzen heen. Allemaal voorbeelden waar we bijzonder trots op mogen zijn met zijn allen."
Nog geen juweeltjes 'maar het blinkt al wel'
Projecten die doorontwikkeld mogen worden zijn volgens de tussenrapportage onder andere de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties, een versterking van de samenwerking met huisartsen, het Taalhuis dat zeer recent is geopend, de sociale kaart van Laarbeek en projecten als 'Hoe sterk is uw netwerk?' en 'Mooi voor vrouwen'. Ook mag er (nog) meer aandacht worden besteed aan respijtzorg bij dementerenden. "Dit zijn zaken die al wel op de kaart gezet zijn, maar de komende tijd nog zorg en aandacht nodig hebben", aldus Schwillens.
Denkers en doeners
De tussenrapportage komt met een aantal aanbevelingen aan het college van burgemeester en wethouders. De belangrijkste aanbeveling is die van 'denkers versus doeners'. "We hebben een beroep mogen doen op ontzettend veel enthousiaste mensen die mee hebben gedacht. Maar nu de plannen er liggen en het op doen aankomt, blijft er een beperkte groep over. Hier zien we dan ook een grote taak voor ViERBINDEN weggelegd; zij kunnen helpen deze doeners te vinden. Doeners vind je naar ons idee door ze op de inhoud te verleiden, ze te triggeren op specifieke thema's", aldus de woordvoerster van de gemeente. Een lokaal symposium zou een boost kunnen geven om doeners te vinden evenals het stimuleren door middel van financiële middelen ('financiën als toetje').
Speerpunten en onderbesteding budgetten
Het Wmo-beleidsplan gaat uit van zeven speerpunten met daaraan gekoppeld een projectbudget. In de financiële verantwoording over 2016 is te zien dat op alle zeven projectbudgetten een onderbesteding heeft plaatsgevonden en dat er veel geld over is gebleven. Op het gebied van 'vrijwilligerswerk toekomstbestendig maken' bijvoorbeeld is in 2016 geen enkele aanvraag binnengekomen. De grootste onderbesteding is te zien bij 'Zorg voor onze jeugd'. Van het beschikbare projectbudget van €19.500,- bleef maar liefst een bedrag van €15.000,- over. Verantwoordelijk wethouder Joan Briels legt uit hoe dit kan: "Het restant is zo hoog omdat er geen projectaanvragen van burgers zijn binnengekomen het afgelopen jaar en omdat het gebiedsteam van het Centrum voor Jeugd en Gezin de handen vol heeft gehad aan het uitvoeren van het reguliere werk. Daardoor is zij ook niet toegekomen aan het uitvoeren van projecten."
Zowel Schwillens als de wethouder delen echter de mening dat er vanonder op beweging te zien is op alle projectgebieden en dat Laarbeek 'ontzettend goed bezig is'. "Er zit beweging in de Wmo", vinden beiden, "en dus gaan we vol vertrouwen door op de ingeslagen weg."