Fileleed

File, 'k zit weer in een file, wel zo'n duizend wielen, netjes op een rij. Stil staan, wachten tot we doorgaan, mag ik even voor gaan want ik wil naar huis. File, oh wat een file, vier van die wielen, die zijn van mij. Andre van Duin zingt het misschien nog weleens terwijl hij zelf aanschuift in een trits heilige koeien. Vooral op de beruchte zwarte zaterdagen komen veel automobilisten rijdend door Frankrijk en Italië terecht in een kilometerslange rij. Werkendag is echter weer begonnen en stilstaan is het nieuwe doorrijden. Ondanks nieuwe verkeersknooppunten en tig kubieke meters asfalt kijken we allemaal minutenlang naar de achterzijde van een stilstaande of langzaam rijdende auto. Sta ik laatst in de file draait de automobilist naast mij zijn raampje open. Ik denk dat die iets wil vragen en draai ook mijn raampje open. Zegt die bestuurder: "Ha die Skauwe, ook een scheet gelaten?"

Wanneer je vooraan staat is filerijden natuurlijk geen enkel probleem. Gek genoeg zijn we gaan geloven dat het allemaal kommer en kwel is, een ramp, tegenspoed, een catastrofe. Zelfs mensen die niet eens een auto hebben, noemen de file het grootste vervoersprobleem. De verkeersinformatie wakkert het vuurtje nog maar wat aan. Een beetje krom is het allemaal wel want er wordt gigantisch geïnvesteerd voor de automobilist. Volgens een verkeersplanoloog zijn autobezitters een verwend volkje. Lekker naar muziek luisteren, in de neus peuteren of kijken naar lekkere mokkels of stoere adonissen. Heerlijk aansluiten dus. Altijd nog beter dan een paar keer overstappen, nat worden op de fiets of brommer of dure taxi's betalen. Bij een drive-in bioscoop moppert niemand om in een rij te staan en voor megastores aan de snelweg pakken we maar wat graag de auto.

File is ook leedvermaak. Wie graag lacht heeft bij een schadeverzekeringsmaatschappij een gouden baan. Bij het aanhoren van de ellende ligt niet alleen de betreffende auto maar ook de verzekeringsmedewerker in een deuk. Wat te denken van: "De file was er eerder dan ik dacht, dus reed ik er middenin. Ik remde uit alle macht, maar de file was me toch nog te snel af. Toen ik weer voor me keek bleken alle auto's plotseling stil te staan. Door de mist zag ik de vangrail niet eens, laat staan de file. Om op de kaart te zien of er een vluchtroute was, reed ik tegen een viaduct. Ik hield me keurig aan de maximumsnelheid, maar de file niet. Er leek geen kip op de weg, toch stond er na de flauwe bocht een gemene file. Na de file gaf ik vol gas, maar in een onbewaakt ogenblik dook hij toch weer voor me op." Lachen toch, ondanks het leed.