Afbeelding
Foto: Daphne van Leuken

Vervolg voorpagina

"Een woestijn in de zomer en de Waddenzee in de winter"

Rutten: "Het is belangrijk dat de aandacht ligt bij heel bedrijventerrein Bemmer. Ook intern kunnen juweeltjes van bedrijven de overstap maken. Parkmanagement zoekt hierin de samenwerking met de gemeente. Ongeschreven hebben we wel een rol. Toch zouden parkmanagement en gemeente nog meer moeten samenwerken. Het terrein ziet er nu groen uit. Een grote verbetering in vergelijking met de zandvlakte die het eerst was maar dan moet het wel onderhouden blijven. De aanwezigheid van glasvezel en de plannen voor camerabewaking op het hele terrein zie ik ook als pluspunten."

Hoe ziet u de toekomst?
Meulensteen: "De crisis is voorbij en momenteel zijn we met diverse bedrijven in gesprek. Binnen nu en een half jaar verwacht ik zeker vijf potentiële kandidaten. Bouwen doet interesseren! Wanneer er eenmaal activiteit plaatsvindt, zal dat naar mijn idee een positief effect hebben. Op korte termijn zal de Vonderweg worden verbreed en worden opgewaardeerd tot de Poort van Bemmer IV. Daarmee krijgt Bemmer een representatieve toegangsweg. Bovendien zal de gemeente zich – ook in omringende gemeentes – nog meer gaan profileren (ook marketingtechnisch) met Bemmer IV als bedrijventerrein op het snijvlak van Zuidoost en Noordoost. Ik heb er vertrouwen in dat zich hier binnen 'no time' meer bedrijven gaan vestigen."

Rutten: "Nu de economie aantrekt, komt er langzaamaan weer 'vlees op de botten' bij ondernemers. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de eerste hier gaat bouwen, andere bedrijven zullen volgen. Bedrijven die in buurgemeenten als Helmond willen uitbreiden maar dit niet kunnen omdat Helmond bijvoorbeeld verzadigd is qua hectaren, breng ik in contact met Laarbeek. Inmiddels zijn we met twee serieuze gegadigden in gesprek. Voor wat betreft de Poort van Bemmer; we zijn als parkmanagement aan de voorkant betrokken bij de reconstructie van de Vonderweg. Ondernemers hebben hun wensen kenbaar gemaakt en zorgen geuit en de vraag is nu in hoeverre de gemeente hieraan gehoor geeft. Er dient rekening te worden gehouden met de wensen van ondernemers. Op die manier kan het ook voor de toekomst goed ingericht worden."

Tot slot geven directeur Coen Munsters van Ilfari, directeur Ad van Nistelrooij van Ebmpapst en HR-manager Karlijn Hobé van Replace Direct hun visie.
Munsters: "De crisis heeft naar mijn idee een uitbreiding van bedrijven 'on hold' gezet. Maar daarnaast schort het aan marketing. Als bovenregionaal industrieterrein mag je jezelf wel meer promoten vind ik. Daarbij hoort ook een stukje uitstraling; hoe ligt het terrein erbij? Bemmer IV zet in op mooie bedrijven; het beeld- en beleidsplan is leidend. Wat mag en kan in de zichtzone? Ik ben blij dat het inmiddels groen oogt want in de zomer was het hier net een woestijn en in de winter de Waddenzee. Uitstraling doet veel. Als je terrein perfect wordt onderhouden, is het veel uitnodigender. Voor verkeersintensieve bedrijven blijft de N279 ook na herinrichting maar een 'provinciaal weggetje'. 's Morgens en einde van de middag kun je aansluiten in de file van Helmond naar Beek en Donk. Een aparte afrit van de N279 die in directe verbinding staat met het terrein, zou mijn voorkeur hebben. Er is ruimte genoeg en hoe mooi kan je entree zijn? Voor mijn bedrijf is de bereikbaarheid geen issue en die ervaar ik als voldoende, alhoewel ik een opwaardering van de huidige toegangsweg zeker noodzakelijk acht. Er wordt veel gemanoeuvreerd op de huidige entree en dat is alleen maar toegenomen. Mijn ervaring is dat Laarbeek een zeer sterk meewerkende gemeente is als je je hier wilt vestigen. Er is veel ruimte voor kansen. 'Hoe groot of hoe klein wil je het hebben?' is het uitgangspunt. Een groot pluspunt is ook dat er glasvezel ligt. Ik denk dat wanneer hier 1 bedrijf gaat bouwen, het een positief effect zal hebben op andere potentiële kandidaten. Het enige probleem dat nu speelt is niet het industrieterrein zelf maar de entree. Ik ben benieuwd naar de plannen van de gemeente en of de wensen van de ondernemers hierin zijn meegenomen. Wat er bij de gemeente voorligt, is vaak wat er gebeurt en dan is het in mijn optiek eenrichtingsverkeer. Er is zeker ruimte om de Vonderweg op een geschikte manier op te waarderen én te zorgen voor het zogenaamde 'wow-effect' maar dan wel graag op een manier die ook bijdraagt aan een gezonde infrastructuur."

Van Nistelrooij: "Ik denk dat bedrijven hebben gewacht met investeren door het uitbreken van de economische crisis. Ik ervaar de infrastructuur niet als een probleem. Het is een weet hoe je hier moet komen, dat wel. Een aparte afrit vanaf de N279 zou mooier zijn geweest, maar acht ik niet noodzakelijk. Wij hebben ons bedrijf zo ingericht dat alle faciliteiten aanwezig zijn voor chauffeurs om op ons eigen terrein te manoeuvreren en te overnachten. Er is één belangrijk punt dat ik wil noemen en dat is de uitstraling van het industrieterrein. En dan heb ik het zowel over de voorzijde als de achterzijde. Voor een bovengemiddeld industrieterrein ziet het er niet uitnodigend uit. Wij zijn gevestigd aan de rand op een zichtlocatie. Uitstraling doet alles. Maar we onderhouden de boel hier inmiddels zelf omdat het er anders nog beroerder bij ligt. Wil je bedrijven enthousiast krijgen zich hier te vestigen, dan moet je ervoor zorgen dat alles er perfect bij ligt. Hetzelfde geldt voor de entree van Bemmer IV. Ik vind dat alles er verzorgd uit moet zien."

Hobé: "Voor ons is de bereikbaarheid voldoende. Wij waren gevestigd in Gemert. Daar was geen plek om door te groeien. Bemmer IV was een logische stap; dichtbij Gemert, het ligt 'lekker aan de weg' en we konden hier een heel mooi pand bouwen. Logistiek ervaren wij geen problemen. Een vorm van horeca op Bemmer IV in de toekomst zou wel prettig zijn want als we nu een broodje willen eten, zijn we genoodzaakt het centrum op te zoeken."