Nou krijgen we **dverd*mme dàt weer!

Dat zou mij nóóit meer overkomen, tijdnood! In de eerste maand van 2018 ging het al mis! De deadline voor het inleveren van deze column is maandag, 0:00 uur. Op maandagochtend om 11:00 uur, had ik nog geen flauw idee, waarover ik zou schrijven. Dat duurde tot maandagavond 22:00 uur. Ik besefte dat ik, al mijn goede voornemens ten spijt, in hevige tijdnood verkeerde.

Wat doen mensen in nood? Gaan ze als de wiedeweerga aan de slag? Nee, ze laten hun leven als een film aan zich voorbijgaan. Weliswaar in een flits. Maar ook dat is verloren tijd. Nee, als niets nog kan helpen, gaan ze bidden. Zelfs ik, eigenwijze en vooral goddeloze columnist, ging… bidden!

Vurig stuurde ik signalen naar boven om hulp. Ik vertelde dat ik de bijbel helemaal had uitgelezen. Daarin stonden prachtige wonderen: Sta op en wandel! Stadsmuren die omver werden geblazen met gezang. De plagen van Egypte. De brandende braambos. Jonas en de walvis. Daniël in de leeuwenkuil. Jozef in de put. Net als ik! Mooie wonderen, uit een ver, ver verleden. "Wordt het niet tijd om die draad weer op te nemen?", vroeg ik aan het Drietal daarboven op de man af.

Maar wat ik ook aanvoerde, vroeg, appte, smste, smeekte. Ze namen 'daarboven' niet op. Zelfs een dringend beroep op de H. Geest bleef onbeantwoord. Het bleef een 'dead line'.

Teleurgesteld en boos ging ik aan de slag. Ik had geen hulp van 'daarboven' meer nodig. De ene volzin na de andere toverde ik op het scherm. Het was alsof een onzichtbare hand mij stuurde. Ik hoefde niet naar woorden te zoeken. Ik hoefde niets te schrappen. Het was allemaal, wonder boven wonder, meteen goed. Net op tijd kon ik mijn stukje naar de redactie mailen. Het was ietsje korter dan anders. Vrijwel onmiddellijk kreeg ik een mailtje terug. Bedankt, mooi stukje! Zelf geschreven???

Ik dacht: "Nou krijgen we **dverd*mme dàt weer!"