Wie-o-Wie?

Aan alles komt een einde, ook aan het schrijven van columns. U leest op dit moment de laatste bijdrage van uw trouwe schrijver P. Skauwe, die zijn ganzenveer aan de spreekwoordelijke wilgen hangt. Onder een ondertussen ruimschoots bekend geworden pseudoniem, schuilnaam, nome de plume of letterlijk vertaald valse naam zijn sedert 2013 ruim 125 stukjes proza verschenen in dit plaatselijke weekblad. Skauwe, betweter en alleskunner eerste klas, is meer dan gemiddeld aanwezig bij plaatselijke gebeurtenissen, neemt op zijn eigen wijze zaken waar en beschrijft op een zeer eigenzinnige wijze. Vaak gelardeerd met een honend humoristisch ondertoontje wordt een min of meer prikkelende boodschap onder de aandacht gebracht. Skauwe weet dan ook alles van ons mooie dorp en fietst op zijn felblauwe stalen ros veelvuldig door de dorpskernen, langs de kanalen en bezoekt concerten, markten, politieke bijeenkomsten en andere manifestaties. Dikwerf moet hij daar niet geheel toevallig toch zijn om simultaan inspiratie op te doen voor het tweewekelijkse cursiefje. Schrijven is nu eenmaal zijn passie, humor zijn handelskenmerk en relativering een noodzakelijke bijkomstigheid. Onder eigen naam? Nou liever niet. Hij kan de verwondering, "zie-je-wel" en priemende blikken al bijna voelen. De Engelse schrijver William Hazlitt schreef al: 'Geen welsprekendheid is kernachtiger dan een bijnaam, geen argument legt krachtiger het zwijgen op.' Je kunt er voor de rest niets mee maar zet misschien aan tot nadenken. Maar wie is dan die P. Skauwe. Allicht staat het voor een anagram gevormd uit de letters van een ander woord maar in een andere volgorde. Met een beetje eenvoudig puzzelwerk komt de naam Pauwkes boven borrelen. En waar komt Pauwkes dan weer vandaan? Wel beste lezers, mijn betovergrootmoeder luisterde naar de naam Paulina Miggels die getrouwd was met Petrus Heesakkers. De uitspraak "hij is er eentje van Paula's" is later verbasterd naar 'Pauwkes', en sindsdien onlosmakelijk verbonden met Heesakkers. Laat mijn eerste doopnaam nu precies Petrus zijn. Op het Dr. Knippenbergcollege riep mijn leraar lichamelijke opvoeding me al met de welklinkende naam Pauwkes. Niet dat ik daar overigens veel mee opgeschoten ben, zij het op genealogisch, zij het op sportief vlak. Voluit zou het dus kunnen zijn: Pierre van Jan van Johan Pauwkes. Nu dit geschreven is zie ik de bui al hangen. De paraplu kan uitgeklapt worden. Geenszins nodig sentimenteel te doen over deze laatste keer neerschrijven van exact 450 woorden. Wel om de Mooi Laarbeekkrant te bedanken voor het verschaffen van een podium voor kolderieke zinnen met vrijwel altijd een kern van waarheid. Grappig is een eigen bijdrage terug te horen tijdens groepsgesprekken waarvan ik zelf deel uitmaak. "Heb je gelezen wat die P. Skauwe of hoe hij ook mag heten nu weer schrijft?" Einde oefening, helaas of gelukkig.