Evert Brouwers
Tekst: Dieuwke Kommerij
Lieshout – 'Wie een ambacht heeft geleerd, vindt de kost waar hij ook verkeert'. Evert Brouwers werkte vijftig jaar bij schildersbedrijf Noud van Bussel in Beek en Donk. Hij vertelt over 'vrûger. Over een aantal veranderingen in het schildersvak en hij geeft een wijze raad aan jongeren die schilder willen worden.
"Het schildersvak van vijftig jaar geleden was divers. Het ging om glas plaatsen, reclameborden schilderen, vergulden van zonnewijzers en kerkklokken, muren spuiten in meer kleuren, sierpleister maken … en uiteraard schilderen. Het was zeer arbeidsintensief werk. Zeker toen, want alles moest er zo strak mogelijk uitzien. Dat betekende dat deuren en kozijnen vaak geplamuurd moesten worden. Bovendien was er veel meer schilderwerk in een huis dan nu. Plinten, deuren, c.v.-leidingen, radiatoren, trappen, dakramen. Alles moest geschilderd."
Evert ging als oudste van negen kinderen op zijn veertiende aan de slag om het schildersvak te leren. "Ik kwam vroeg van de LTS in Helmond en leerde het eerste jaar veel basiswerkzaamheden: netjes werken en een zogenaamde vaste hand krijgen. Op de avondschool leerde ik met penseel reclameboodschappen schilderen. Na een paar jaar ging ik als leerling-gezel met een ervaren collega 'op karwei'. Dat was Dré Gilsing voor mij. Daardoor kreeg je veel persoonlijke aandacht. Het was een gezellige tijd, waardoor ik makkelijk leerde en plezier in het werk kreeg."
"Jongeren die nu de keuze maken om schilder te willen worden komen binnen via het SPOS (opleidingsschool in de regio)", vertelt Evert. "Ze gaan dan een arbeidsovereenkomst aan met een schildersbedrijf. Dat bedrijf heeft leermeesters in dienst die zorgen dat deze jonge vakgenoten een goede opleiding krijgen en worden klaargestoomd om 'op karwei' te gaan. En die karweien zijn veranderd. Hout mag er nu weer uitzien als hout, dus alle poriën hoeven niet weg geplamuurd te worden. Ook bevat de verf veel minder oplosmiddel dan vroeger. Dat is dus beter voor de schilder, het milieu en de opdrachtgever. Je hebt veel minder stankoverlast en de verf droogt supersnel. Wat ook een groot verschil is met vroeger is dat het nu veel drukker is op de plek waar je moet schilderen. Terwijl de timmerman staat te zagen, de elektricien aan het boren is, schilder jij. En er is altijd die deadline."
Grappige en gezellige dingen gebeurden er ook. Evert vertelt: "We waren aan het werk in een nieuwe wijk. Na ons broodje gingen we voetballen. Eén collega deed nooit mee. Tot die ene keer dat we hem wel konden overhalen. Bij het allereerste balcontact ging het mis. De bal ging dwars door een ruit van 2.80 m x 2.00 m. Dat vergeet je nooit. Of die keer dat onze lunch door de hond des huizes compleet verorberd was. Je maakt het allemaal mee en ontmoet veel mensen."
Tips: Schilder worden is een vak waar je goed je boterham mee kunt verdienen. En je hoeft niet heel technisch te zijn. Zoek een bedrijf waar meer mogelijkheden zijn dan alleen schilderen. Bijvoorbeeld met een stofferingsafdeling of met totaalonderhoud. Zo ben je altijd breed inzetbaar.