Vlnr: Gerrit van Zanten, René Jansen en Thijs Scheerooren
Vlnr: Gerrit van Zanten, René Jansen en Thijs Scheerooren Foto: Daphne van Leuken

Wijkagenten laten van zich horen na serie overvallen

"Beetje gezonde alertheid en ogen en oren open"

Tekst: Dieuwke Kommerij
Foto: Daphne van Leuken

Laarbeek – Gerrit van Zanten, René Jansen en Thijs Scheerooren zijn drie van de vijf wijkagenten die Laarbeek rijk is. DeMooiLaarbeekKrant ontmoet de politiemannen in het Dorphuis van Lieshout. Er volgt een boeiend gesprek over de gepleegde overvallen, hun rol, samenwerken, de rol van Social media en hoe burgers de politie kunnen helpen.

Wat is jullie rol als wijkagent geweest na de overvallen in de afgelopen weken?
"Wij worden, als dit soort calamiteiten zich voordoen, vrij snel op de hoogte gebracht door collega's die ter plaatse zijn of door collega's die er later bij betrokken worden. Vaak kunnen wij, vanaf de zijlijn, collega's al van informatie voorzien. Maar in deze zaken zien wij nog weinig overeenkomsten. Onze taak beperkt zich in die zin. Wij kunnen niet alles omvatten."

Is in dit geval de wijkagent van Mariahout/Lieshout er anders bij betrokken dan de wijkagenten van Aarle-Rixtel en Beek en Donk?
"Nee, dat is niet zo. Voor Laarbeek maakt dit niet uit. Wij hebben dezelfde informatie tot onze beschikking en werken samen. Als er iets aan de hand is in Laarbeek, dan vinden we elkaar binnen twee minuten in onze gezamenlijke app. Bij het doorgeven van een signalement kunnen wij snel schakelen en zeggen: 'Dat zou die en die wel eens kunnen zijn'. Ook zijn wij gekoppeld aan de beheerders van de Whatsappgroepen in Laarbeek. Als wij het zinvol vinden om informatie te delen met het publiek, dan is dat een goede manier. Het betekent dat je in 'no time' extra ogen en oren in de wijk hebt."

Vier overvallen in Laarbeek. Wat doet dat met jullie als wijkagent?
"Het geeft een gevoel van onmacht, het overdondert je. Wij kennen het zogenaamde 'donkere dagen offensief'. De behoefte om snel, zo voor kerst en oud en nieuw, aan contant geld te komen. Daar hebben wij ook projecten op bij de politie. En in een dorp gebeurt alles wat ook in de stad gebeurt. Maar nu worden wij geconfronteerd door de frequentie van overvallen in korte tijd. Het zorgt voor frustratie, van 'ik zou meer willen doen', maar er geen grip op hebben. Het liefst zou je op plekken waar dit gebeurt 24 uur van de dag voor de deur willen liggen. Dat gaat helaas niet. Zoals gezegd, wij proberen in de eerste aanloop veel informatie door te geven, maar dan moeten wij het overdragen: aan de teamrecherche, de districtsrecherche en de technische ondersteuning. Wel verschuiven wij nu, op eigen initiatief, onze dagdiensten naar de avonden. Om ervoor te zorgen dat we op die tijden in de wijk zijn. Daarnaast spelen wij een cruciale rol in de nazorg van de slachtoffers. Als dan de wijkagent binnenkomt, wordt dat extra gewaardeerd. Want echt: een overval hoop je nooit mee te maken."

Met wie werken jullie samen?
"Laarbeek krijgt nu extra ondersteuning in de regio van een flexteam. En 29 november is het buurtpreventieplan van start gegaan in Beek en Donk, een initiatief van de dorpsraad. Dat zat overigens al in de pen en staat los van de overvallen die gepleegd zijn. Maar het gaat dus om twaalf vrijwilligers uit Beek en Donk die een preventieteam vormen, met twee coördinatoren. Het zijn extra ogen en oren in de wijk die weten te handelen als ze iets verdachts zien. Of hoe ze niet moeten handelen, want de eigen veiligheid staat voorop. Het zijn geen politiemensen, dus moeten ze goed kijken wat nodig is. Daar zijn duidelijke afspraken over gemaakt. Doel van dit alles is om het gevoel van veiligheid en sociale cohesie (hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar) bij de burgers op te krikken."