Maandagen, echt een feest

Vorige week zijn de scholen begonnen. Ook voor mij betekent dit dat het feest weer begonnen is. Hoewel ik toch al viereneenhalf jaar naar de middelbare school ga ben ik er nog steeds niet aan gewend: de eerste maandag na de vakantie. Of gewoon maandagen in het algemeen.

Misschien dat ik gewoon een klagende puber ben, maar mijn maandag is best vermoeiend. Om te beginnen bij het opstaan. Mijn wekker gaat met een geluid dat ik het beste kan beschrijven als 'ssskrrsjsss' en dat dan niet al te zachtjes. Eigenlijk is het een radiowekker, maar hij staat altijd op een vage Duitse zender die een slechte verbinding heeft. Als ik dan mijn wekker uitgezet heb, en dat is bij mij midden in de nacht, is het, zo in de wintermaanden, nog een hele opgave om uit bed te komen. Ik sleep me van het ene ochtend ritueel naar het andere, tot ik ongeveer bij het ontbijten aanbeland ben. Dan ontdek ik namelijk dat ik nog ongeveer twee minuten heb voor ik moet vertrekken.

Als ik dan in alle haast vertrokken ben op de fiets is het nog donker, oja mijn lampen aan, heb ik nog een halfuur fietsen te gaan. De wind is snijdend koud en mijn handen zijn bijna bevroren, omdat ik geen tijd meer heb om handschoenen en een sjaal aan te doen.

Eenmaal op school aangekomen, toegejuicht door de eerste bel, is het tijd voor het eerste lesuur. Dat vindt plaats in een lokaal waar het redelijk warm is, dus echt wakker word ik er niet van. Sterker nog, het zorgt voor de perfecte gelegenheid om nog een paar minuutjes te slapen.

Na drie vermoeiende lessen te hebben gehad, eindelijk pauze, snel elkaar over het weekend bijkletsen. De pauze lijkt maar vijf minuten te duren en daarna staat mijn favoriete vak te wachten; wiskunde. Op maandag met mijn slaaphoofd wiskundige formules oplossen, dat klinkt als een goed plan. Gelukkig heeft mijn wiskundedocent een redelijk luide stem, dus wakker blijf ik wel.

Na nog een paar lesuren en een pauze waarin de rennende bruggers ontweken moeten worden – of hun benen, want brugklassers hebben nog weleens de neiging om op de grond te gaan zitten - is het tijd voor de spannendste twee uur van mijn dag; een blokuur Duits. Twee uur lang mezelf bezighouden met naamvallen, waar de umlaut nou wel en niet op moet en meer van dat soort dingen. En dan, wanneer de bel eindelijk als een bevrijding door het lokaal klinkt, moet ik nog een halfuur naar huis fietsen en staat er een berg huiswerk te wachten. Bijna dinsdag.