Klerenmoeder

"Wat heb jij nou aan?" lacht dochterlief, als ik in mijn carnavalspakkie op haar kamer verschijn. Samen draaien we rondjes voor de grote passpiegel op haar kamer. Qua mode ben ik een oen. Nooit iets van begrepen en nooit iets aan gevonden. "Als het maar lekker zit", is mijn credo en het mag ook niet te duur zijn. Carnavalskleren zijn helemaal een ondergeschoven kindje. Je draagt ze maar één keer per jaar en waarschijnlijk maar een paar uurtjes. Ik dacht creatief te zijn door bij goedkope prijsvechters allerlei nog goedkopere hoedjes en pruiken te kopen. "Dan sta je er met carnaval toch een beetje gekleurd bij." Maar voor mijn jongste twee kinderen is de met liefde gekochte synthetische bende een bron van ellende.

Oudste ging nog weleens in mijn jurk naar school. Met een mooie pruik transformeerde mijn lieve zoon in een stoere dochter. Met mijn schoenen, voorzien van bescheiden hak, kwam hij best weg. Maar middelste piekert daar niet over. Met mijn zebra-onesie is hij redelijk content, en ik ook. Op koude winteravonden heb ik nog weleens gepoogd met het gedrocht voor de tv te gaan zitten. Het zit lekker en is goedkoop, dus voldeed aan mijn maatstaven. Helaas vonden mijn medehuisbewoners het minder esthetisch. Waarschijnlijk omdat ik in dit pak twintig kilo zwaarder lijk. Maar met zijn slanke taille ziet zoonlief er geweldig uit. Als zebra vertrekt middelste naar het schoolfeest. Dochterlief vindt een verkleedpak van een Zweedse winkelketen. Dat er maat 128 op staat neemt ze op de koop toe.

Manlief piekert er niet over om zich met carnaval in een pakje te hijsen. Net als bij mij thuis had hij vroeger ook weinig kleding om uit te kiezen. Het zoeken naar carnavalskleding herinnert ons beiden aan onze jeugd, waarin we met onze blauwe boerenkielen behoorlijk uit de toon vielen. Er waren altijd wel kinderen die volgens de heersende carnavalsnorm gekleed waren, maar onze ouders leken niet gevoelig voor de laatste carnavalstrends. Niet raar dat wij precies zo geworden zijn; de welbekende appel. Nu komt de lente en kan ik in mijn lentejurkje vrolijk bij het paasontbijt aanschuiven. Geen rare verkleedpartijen meer. Al denk ik, terwijl witte melkflesbenen onder de jurk uitpiepen, de opmerkingen al te horen; "Wat heb jij nou aan?"