Positieve gezondheid en goede zorg

In mijn huidige werkkring is het gedachtegoed van de Nederlandse arts en onderzoeker Machteld Huber over positieve gezondheid leidend. Vroeger was gezondheid het ontbreken van ziekte. Machteld Huber beschrijft gezondheid als een toestand waarin je op een flexibele manier om kunt gaan met de uitdagingen van het leven, zowel mogelijkheden als bedreigingen en beperkingen.

Anders gezegd: "Gezondheid is het vermogen je aan te passen en zelf regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven." Het is méér dan een positieve kijk op gezondheid, het is een positieve kijk op het leven.

Op deze manier van kijken naar gezondheid vergt wat van iedereen, van cliënten/patiënten, maar ook van mantelzorgers, familie, vrienden én zorgmedewerkers. De cliënt staat namelijk centraal en dus aan het roer.

Elke dag opnieuw bepaal je hoe goed je je voelt. En zie je dan alleen de ziekte en belemmeringen of zie je ook mogelijkheden en kansen? Het vergt wel een andere manier van kijken naar jezelf, naar je omgeving en naar anderen? Wil je je doen en laten laten afhangen van je beperkingen? Kijk je alleen wat je niet meer kunt of vooral naar wat je nog wél kunt. Ik vind dit een prachtige visie en kijk op gezondheid.

Ons mam was hier een ster in. Wat haar ook allemaal overkwam, en dat was de laatste jaren heel veel, zij had een doel namelijk samen met ons pap thuis blijven wonen en genieten van haar gezin en het leven. Ze wilde de regie houden en ongeacht de beperkingen die steeds groter werden, bleef ze deelnemen aan het leven en genoot ze van dingen die ze nog wel kon, hoe klein soms ook.

Zorgmedewerkers willen graag goed zorgen voor de mensen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd, ik ken het want ik ben er zelf één van geweest. Maar door die zorgzame houding zijn we een beetje vergeten dat iedereen graag eigenaar is van zijn of haar eigen uitdagingen in het leven. Zelf- en samenredzaamheid is de kern van de hier bovenstaande definitie van gezondheid. Wat kan men zelf en wat moet en wíl (want dat is o zo belangrijk) diegene overlaten aan anderen? En dat heeft gevolgen voor zorgmedewerkers….het begint met afleren! Handen soms op de rug houden en vooral goed kijken én luisteren naar cliënten, omgeving en naar elkaar. Spannend, want dat vraagt om vertrouwen. Wat vindt iemand belangrijk? Waar is behoefte aan? Wat wil men zelf doen en wat niet? Zoek daarna samen naar oplossingen. Goede zorg is niet wat de zorgmedewerker goed vindt, maar wat bij de cliënt past.