Afbeelding
Foto:

Mijn eerste maand in Argentinië

Inmiddels zit ik ongeveer een maand in Argentinië. Ik woon in Rosario, dat is een stad met 1,2 miljoen inwoners. Dat is wel wat anders dan het minuscule Laarbeek. De eerste dagen dat ik hier was, heb ik met de partnerorganisatie in Argentinië een oriëntatie van drie dagen gehad. We zijn naar het monument van de vlag geweest, dat is opgericht op de sterfdag van de bedenker van de vlag. Daarnaast hebben we een aquarium bezocht en kregen Spaanse les. Na drie dagen werden we opgehaald door ons gastgezin. Door hen werd ik erg gastvrij ontvangen, met een roos en versiersels aan de muur. De dag erna begon de school. Hierdoor was iedereen erg zenuwachtig.

School hier is erg anders dan in Nederland. Ik heb alleen 's ochtends les. Huiswerk krijg ik niet zoveel. Waar je in Nederland het zoveelste tussenuur hebt omdat wiskunde uitvalt, heb ik hier zowat iedere week een dag vrij. Daar kreeg ik meteen de eerste week al mee te maken. Op woensdag werd er doorgeven dat we donderdag geen les hadden.

Hieruit kun je wel opmaken dat tijd niet echt een ding is hier. Leerlingen komen gemakkelijk tien minuten later binnenwandelen met hun koffie en croissantjes in de hand. Half negen op een plek afspreken, betekent half negen op z'n vroegst vertrekken. Ik ging met een klasgenootje naar de bioscoop. De film zou om half twee beginnen. Wij kochten vijf over half twee een kaartje. Ach, het eerste kwartier was toch reclame.

Zelf wen ik heel makkelijk aan het Argentijnse ritme. In Nederland was ik toch altijd te laat. Te laat op school, laat op werk, te laat voor de lunch, te laat met mijn column inleveren…

Mijn klasgenoten waren daar overigens erg geïnteresseerd in. In Nederland, niet in het te laat komen. Voor hen was het ongelofelijk dat ik een half uur eerder op school moet komen als ik te laat ben. Of dat er een mogelijkheid is dat je twee uur moet nakomen. En er waren vragen als: "Fietst écht iedereen daar?", "Wat is typisch Nederlands eten?", "Hoe heet je dorp?" en "Blowt echt iedereen daar?. "Ja, iedereen fietst hier, nee, niet iedereen blowt hier." Ik heb ze proberen te leren hoe je "Beek en Donk" en stroopwafels uitspreekt, maar het lukte nog niet echt.

De stroopwafels vonden mijn gastgezin en klasgenoten erg lekker, van drop zijn de meeste geen fan. Voor mijn gastgezin had ik daarnaast nog wat cadeautjes meegenomen. Een stroopwafelmasker, een Nijntje sleutelhanger en natuurlijk tulpenbollen. Met die laatste was mijn gastmoeder onvoorstelbaar blij. Dus binnenkort Argentijnse lente met Nederlandse tulpen. Adios y hasta pronto!

Afbeelding