Visual van de geldkiosk naast de Michaëlkerk
Visual van de geldkiosk naast de Michaëlkerk Foto: Rabobank

Wel of geen geldkiosk in Beek en Donk?

Wel of geen geldkiosk in Beek en Donk?

Tekst: Daan Daniëls

Beek en Donk - Komt er in Laarbeek nu wel of geen geldkiosk met afstortmogelijkheid? Die vraag houdt velen de laatste tijd bezig. De beoogde plek waar de geldkiosk moet komen is op de parkeerplaatsen naast de Michaëlkerk in Beek en Donk. De Rabobank heeft hiervoor de aanvraag ingediend en de gemeente heeft een vergunning verleend.

Eind januari was er een hoorzitting van de commissie bezwaarschriften. Onder meer omwonenden van de plek waar de geldkiosk zou moeten komen ageerden daar tegen de plaatsing van deze kiosk. Eind februari, begin maart zal de commissie bezwaarschriften een uitspraak doen. Dan is het aan het Laarbeekse college van burgemeester en wethouders om een nieuw besluit te nemen, met in acht neming van de uitspraak van de commissie.

Dat Laarbeek sowieso een tijdje zonder afstortmogelijkheid voor inwoners en ondernemers komt te zitten, lijkt onvermijdelijk. De enige plek waar dit nu gedaan kan worden is bij het Rabobank-pand aan de Koppelstraat. Maar na de verhuizing naar het pand Van Mijnheer Van Thiel, vervalt die mogelijkheid. "Tot en met zondag 29 maart kunnen ondernemers hier nog hun geld afstorten", vertelt een woordvoerder van de Rabobank. "Op maandag 30 maart openen we ons nieuwe onderkomen." Maar daar kan dus niet meer afgestort en gepind worden.

De Rabobank benadrukt dat het zolang mogelijk een volledige geldvoorziening in Laarbeek heeft willen houden. "We konden al eerder in het nieuwe pand trekken, maar omdat een nieuwe geldkiosk nog niet geregeld was, hebben we dat uitgesteld. De bal ligt nu bij de gemeente."

Zolang er geen geldkiosk in Laarbeek is, moeten inwoners en ondernemers naar een andere gemeente om hun geld af te storten. Wellicht dat er uiteindelijk wel eentje komt, maar dat is mede afhankelijk van de uitspraak van de bezwarencommissie. Wethouder Meulensteen wil daar niet op vooruitlopen. Wel geeft hij aan dat het college voorstander is van een afstortmogelijkheid van geld voor ondernemers, met inachtneming van het zorgvuldige proces dat daaraan vooraf gaat.