Zonder Rijdende Rechter

De dagen lijken tegenwoordig allemaal op elkaar. Soms moet ik echt even bedenken welke dag van de week het is. Al wordt het saai om aan huis gekluisterd te zijn, ik besef heel goed dat het een groot geluk is dat ik gewoon thuis kan zijn. Niet ergens doodziek in het ziekenhuis lig. Dus houden we ons aan de regels. Gaan we zo min mogelijk de deur uit. Dat betekent ook ’s avonds veel vaker tv kijken.

Zo zie ik nu wel eens ‘De Rijdende Rechter’. Vol verbazing, dat wel. Niet te geloven hoe mensen elkaar het leven zuur maken. Schelden, bedreigingen, je ziet van alles voorbij komen. Niet normaal meer. En dat allemaal om een overhangende boom of een grensafscheiding die niet helemaal duidelijk is. Wat me dan nog het meest verbaast is dat men vaak eerst een prima verstandhouding had. Door een of andere pietluttige opmerking of miscommunicatie is de hel losgebarsten. Even uitpraten en elkaar een beetje proberen te begrijpen dat kan blijkbaar niet.

Het deed me plezier dat een jonge vergunninghouder zelf een akkefietje met de buurman wist op te lossen. Deze 19-jarige knul heb ik allang niet gezien maar we houden wel contact. Op een avond belde hij mij. De buurman had geklaagd omdat hij te hard praatte in de tuin. Deze jongen is natuurlijk ook aan huis gebonden en skypet regelmatig met familie in Syrië. Zij wonen in een streek waar het nog regelmatig hommeles is. Hij gaat daarvoor in de tuin zitten omdat het gezin meerdere personen telt en niet iedereen een eigen ruimte heeft. Zijn buurman had last van zijn praten en had geroepen dat als hij niet ophield daarmee, de gemeente ingeschakeld zou worden. ‘Wat kan ik doen? vroeg hij mij. Daar moest ik even over nadenken. Het kan natuurlijk best hinderlijk zijn wanneer iemand langdurig en vaak hard praat wanneer jij van je rust geniet. Voordat ik kon antwoorden zei hij: ‘Kan ik aanbellen bij de buurman en met hem daarover praten?’ ‘Dat is een heel goed idee’ zei ik ‘en mocht dat niet helpen dan laat je het maar weten’. Een half uurtje later werd ik teruggebeld. ‘We hebben gepraat en hij weet nu dat ik probeer om heel zachtjes te praten in de tuin. Het was een heel goed gesprek’.

Hoe simpel kan het zijn?