Opdracht: Schrijf over je buurt en/of buren

Ik ben opgegroeid in een buurt met eenvoudige, drukke gezinnen. Deur voor deur waren er veel kinderen, dus er was altijd vertier op straat. Dat kon toen nog, want auto’s waren er amper. Ik woonde er tot ik trouwde en met mijn man naar Helmond verhuisde. Noodgedwongen…volgens de toenmalige burgemeester van Lieshout groeiden de huizen niet op zijn rug. Zodoende begon mijn “zelfstandige” leven op een flat, 4 hoog! Ik werd er stapelgek! [Toevallige woordspeling.] Ik kende er helemaal niemand en dan ook nog iedere paar maanden weer nieuwe buren. Het was een echte duiventil. Mijn broer, die in Lieshout met vrouw en kinderen in een heel oud, klein huisje woonde, wilde wel ruilen van woning. Zo ging ik van een luxe flat in de stad naar een huisje zónder verwarming en géén douche, maar mét tuin en in een gezellige straat. Terug naar het dorp. Naar de Nieuwstraat; zo’n buurt waar iedereen elkaar kent, met mensen die elkaar goeiedag zeggen en waar je nog een kopje suiker kunt lenen. We kregen buren waar we een hechte vriendschap mee opbouwden. Na enkele jaren werd ons huisje te klein, want we hadden inmiddels twee kinderen. Gelukkig kregen we een groter huis in dezelfde straat. Mét een buurvrouw die soep voor je maakt als je ziek bent of alleen. Ja, die bestaan nog! Daar wonen we nu, bijna 40 jaar later, nog steeds naar volle tevredenheid. We hebben een buurtvereniging die al een halve eeuw bestaat en de mensen wonen er allemaal heel lang. We willen er geen van allen weg, dat zegt genoeg!

Annegeert Steenbakkers