Piepklein vliegenstrontje!

Zit een ongeluk in een klein hoekje? Mijn antwoord is volmondig ‘ja’!

Het is 14:03 u. Ik stofzuig de woonkamer. Mevrouw Babin neemt de keuken onder handen. Ik hoor een felle bons. Het geluid komt uit de keuken. Daar registreer ik twee afzonderlijke feiten: mevrouw Babin ligt gestrekt op de vloer en het keukenkrukje ook. Conclusie, mevrouw Babin is gevallen. Belangrijk detail, vloer is van massief Frans eikenhout.

Ik buig me over haar heen en maak contact. “Inderdaad, gevallen. Nee, geen pijn.” Ik stel haar gerust. Probeer haar voorzichtig overeind te helpen. Ze kan niet steunen op haar linkerbeen. Ik zet haar op een stoel en bied haar een glaasje water aan. Tot zover lijkt het een normaal ongelukje…

Maar dat was het niet! Om 15:00 u zit mevrouw Babin nog steeds op diezelfde stoel. Om 16: 07 nog steeds. Om 17:03 u is de toestand nog steeds hetzelfde. Voorstellen om de huisarts te raadplegen worden op hoge toon verworpen. Om 17:04 u grijp ik in. Snoeihard! “Wat wordt het?”, vraag ik. “Verpleeghuis of dokter? Nu zeggen! Waar zal ik je afzetten?” Mevrouw Babin is bepaald niet op haar achterhoofd gevallen! Om 17:45 u. melden we ons bij de huisartsenpost. Foto’s wijzen op een breukje, in de knie. Ze doen er daar een brace om. Mevrouw Babin mag absoluut niet op haar linkerbeen steunen. Herstel gaat, inclusief operatie, drie maanden duren…

Van de één op de andere dag ben ik mantelzorger. Ik regel rolstoel en krukken. Bestudeer grondig vaatwasser, wasmachine en droger. Geef bloemen water, lap ramen, kook eten, smeer boterhammen, maak bedden op… Allemaal dingen die ik eerst met mate, of niet deed. Ik duw mevrouw Babin in een rolstoel door Lieshout. Mevrouw Babin vertelt haar verhaal nogmaals aan een voorbijganger. Geduldig tel ik ondertussen passerende auto’s. “Boven in het hoekje van het keukenkastje zag ik wat ongerechtigheid. Moet weg, dacht ik. Ik kon er nèt niet bij…”

“Waar heb ik dit allemaal toch aan te danken?”, vraag ik mezelf hardop af. Mevrouw Babin wrijft het er nog wat dieper in. “Achteraf gezien, was het niet meer dan een… “

Piepklein vliegenstrontje!