Opdracht: de Postcodeloterij

De bel gaat! Ik loop naar de deur en wie staat daar? Gaston, ja, dé Gaston. Ik begin helemaal te bibberen, maar Gaston met zijn ploeg stapt naar binnen en stelt me een beetje op m’n gemak. Ik heb dit gebeuren al vaak op de t.v. gezien, maar nu is het echt. Ik ga op mijn bankje zitten, frummel nog wat aan mijn kleren en haren, want ik kom nu toch op de t.v. Bent u alleen? Ik zeg, kijk maar eens buiten, heel Lieshout staat in de straat. Ze zwaaien en roepen en denken, hier kan ik straks wel eens wat “vangen”. Intussen heb ik de bloemen in ontvangst genomen en Gaston begint aan zijn verhaal. Speelt u al lang mee? En waarom speelt u mee? Natuurlijk antwoord ik voor de goede doelen, maar een prijsje is ook altijd welkom. Mevrouw, zegt hij, een prijsje, trek maar eens aan de enveloppe. Ik trek de enveloppe open en val van schrik bijna van mijn bankje. Mijn hersens werken niet meer, ik ben totaal van de kaart. Ik wil mijn dochters bellen, maar i.p.v. de telefoon heb ik de zapper in m’n hand dus dat lukt niet. Iemand schud aan mijn schouder. Moeder, moeder, wordt eens wakker. Wat ben je toch allemaal aan het doen? Ik kijk verbaasd om me heen. Niks Gaston, niks 7 miljoen. Je hebt gedroomd mam, was het een mooie droom? Geweldig, zei ik, ik was op de t.v. en dan die prijs! Maar dromen zijn bedrog, maar als ik ooit eens 7 miljoen zou winnen, dan kocht ik voor mijn kinderen en kleinkinderen een huis. Maar de goede doelen, en die zijn er heel veel, zou ik beslist niet vergeten.

Joop van Kesteren