75 jaar bevrijding

Daar ligt ie dan op de mat. De speciale krant bij gelegenheid van de 75-jarige bevrijding. Hij is uitgegeven door de drie Laarbeekse Heemkundekringen. Maandenlang is eraan gewerkt. Diverse mensen zijn geïnterviewd. Liefst mensen die nog uit eigen ervaring weten hoe spannend het allemaal was. Hoe gevaarlijk. Ja, die mensen zijn allemaal dik in de 90. Net als mijn moeder die 95 is. Vaak zijn die mensen niet meer zo helder. Soms dement. Maar mijn moeder niet, want die weet alles nog perfect te vertellen. Dat doet ze dan ook vaak. Zelf schrijf ik regelmatig verhalen. Voor de radio en voor de krant, of voor in een verhalenboek. Maar daar kan ik geen verhalen van ons moeder voor gebruiken. O, ze vertelt er genoeg, maar zegt er dan dikwijls bij: “Wat je allemaal opschrijft moet je zelf weten, maar zo lang ik leef wordt er niets gepubliceerd.” Ze vertelt van de geboorte van haar eerste kind. Dat de Duitsers toen de brug lieten springen en dat ze het huis uit moest vluchten. Het huis aan de sluis in Lieshout, waar ze toen woonde. Dat de hele familie ervandoor ging en haar daar lieten liggen in het kraambed. Hoe ze toen haar bed uit ging, naar buiten liep en door een boer op een platte kar weg gebracht werd. Daar zat ze dan, midden in een weiland op een melkstoeltje. Nog gammel van de bevalling. Maar daar mag allemaal niks van de in de krant. Niet zo lang ze leeft heeft ze gezegd.

En dat heb ik onthouden. Ons moeder is dan ook niet geïnterviewd voor de Laarbeekse bevrijdingskrant. Zelf heb ik er wel aan meegewerkt en heb met Jack Staadegaard en zijn zus Jo gesproken.

En nu ligt hij dan op de mat. Ik raap hem op en kijk naar de verhalen die erin staan want die ken ik niet allemaal. Mooi zo’n krant.

Als ik bij ons moeder op de koffie ga, na het verschijnen van de krant, vraagt ze meteen of ik hem gelezen heb. Die krant ja. Ja, ja, nog niet alles, maar wel al gezien.

Dan komt het. Wat ze daar mist in de krant. Daar had een verhaal in moeten staan van een vrouw die net bevallen was toen ze de brug zouden laten springen. Die vanuit het kraambed op een platte kar werd gehesen en in een koud en nat weiland – het was half september – op een melkstoeltje werd neergezet. Dat soort verhalen had erin moeten staan. Haar verhaal, na al die jaren had dat in de krant gemoeten.

Terwijl ik mijn koffie in schenk, valt mijn mond open van verbazing. “Er mocht toch nooit is van je in de krant van wat je tegen ons vertelt”, zeg ik. Ik zeg dat ik er wel degelijk aan gedacht heb. Aan dat verhaal van dat melkstoeltje. En van de wijkzuster die met het kind op de vlucht ging en een dekentje verloor. Maar ja, niks in de krant zo lang ze leeft.

Ze kijkt me aan zegt vraagt me of ze dat echt ooit gezegd heeft. Ja, dus. Echt gezegd. En ik respecteer andermans privacy. Zeker die van mijn eigen moeder.

Maar laat ze het nou toch jammer vinden dat haar verhaal er niet in staat. Nou ja, de krant is klaar. Dat dan weer wel, maar het is nog niet te laat. Vanaf vandaag ga ik allerhande verhalen die ze vertelt opschrijven en we maken er een complete familiekrant van. En niks geen privacy-eisen. Kom nou!!!

Nelly de Groot