Verkiezingen

Maandag 15 maart, twee dagen voor de verkiezingen. De moeder van het gezin had net een kop dampende thee voor me neergezet toen de puberzoon thuis kwam uit school. Zijn wangen en handen rood van de kou. Toen hij mij zag zitten gunde hij zich amper tijd om zijn jas uit te trekken of zijn ouders te begroeten. ‘Ga jij stemmen?’ vroeg hij. ‘Jazeker’ zei ik. ‘Op school zeggen ze dat als Mark de baas wordt, wij niet mogen blijven in Nederland. Hij houdt niet van buitenlandse mensen zeggen ze’.

Meteen waren alle ogen op mij gericht. Hoe ga ik dit zorgvuldig uitleggen? ‘Nee joh’, deed ik een poging geruststellend te zijn. ‘Mark Rutte is onze premier en van hem mogen jullie echt wel blijven. Ook van bijna alle mensen op wie gestemd kan worden. Jullie moeten je daar geen zorgen over maken.’

Dat laatste zei ik ook meteen voor mezelf. Ik kan namelijk niet ontkennen dat de toegenomen populariteit van bepaalde partijen mij zorgen baart. Stiekem hoop ik dat zij de hoeveelheid stemmen te danken hebben aan de behoefte aan meer vrijheid. Vrijheid met het oog op de coronamaatregelen. Daar spelen die bewuste partijen heel slim op in. Dit is echter niet wat voor mij het zwaarste weegt. Het beangstigt me dat de mensen die ik mag helpen, Syriërs veelal, die werkelijk alles kwijt zijn geraakt door een gemene oorlog, hier opnieuw te maken zouden kunnen krijgen met datgene waar ze ooit voor gevlucht zijn. Hun oorlog is ook ooit begonnen met gewone verkiezingen, met polarisatie.

Hoe kon ik, in zo eenvoudig mogelijke bewoordingen, dit complexe onderwerp verder verduidelijken? ‘De regering heeft beslist dat jullie hier voorlopig mogen blijven. Er komen echter ook mensen uit landen waar het wel veilig is. Zij willen hier zijn omdat Nederland zo’n fijn land is. Daar zitten soms mensen tussen die geen respect hebben voor wat wij belangrijk vinden in Nederland. Dat is niet goed en dat moet anders. Dat vind ik ook. Maar er zijn ook Nederlanders die daar echt heel erg boos over zijn en die willen nu in de regering komen.’

Vrijdag 19 maart, twee dagen na de verkiezingen. Die ochtend lees ik in het ED hoe de stemmen in Laarbeek verdeeld zijn. Zo ongeveer het inwoneraantal van Mariahout heeft op PVV en FvD gestemd. Als ik dat lees krijg ik een heel vervelend gevoel dat ik maar moeizaam kwijtraak.