Zonneparken, hoe zit het echt?

Laarbeek - Af en toe kan de PNL-fractie het niet laten om rookgordijnen te leggen rond het beleid van het college. Desinformatie is ook informatie schijnen ze te denken. Afgelopen week moest wethouder Briels er aan geloven en werd ervan beschuldigd de raad verkeerd geïnformeerd te hebben over de procedure rond de vergunning voor de zonnevelden. Vraag is of dit echt zo is. Wat is er aan de hand?

In 2019 heeft de gemeenteraad unaniem ingestemd met de visie op grootschalige opwek van energie. Daarin is onder andere opgenomen dat er aan maximaal vijf initiatieven voor de aanleg van een zonneveld een vergunning zou worden afgegeven. Uiteraard onder strikte voorwaarden. De raad heeft hiervoor heldere spelregels vastgesteld. De aanvragen die binnen kwamen, zijn beoordeeld op basis van deze spelregels en vervolgens door de raad voorzien van een Voorlopige Verklaring van Bedenkingen (VVBG). Bij de initiatiefnemers is daarmee de verwachting gewekt dat een definitieve vergunning volgt, uiteraard wanneer aan de voorwaarden en spelregels is voldaan. Lijkt me logisch.

Maar let op! Met ’voorlopig’ wordt bedoeld dat de raad vrij is om alsnog nee te zeggen als de initiatiefnemer niet aan de spelregels voldoet (denk daarbij aan de mate waarin omwonenden zijn betrokken, financiële bijdrage aan gemeentelijk fonds en landschappelijke inpassing). De VVGB is in dat geval omkeerbaar (vandaar het woord voorlopig).

Nieuwe spelregel
Wat PNL nu echter voorstelt, is het toevoegen van een nieuwe, aanvullende spelregel. Een voorwaarde waar initiatiefnemers geen enkele invloed op uit kunnen oefenen. Plots zouden andere initiatieven, zon op dak, voorrang krijgen. Overigens gaat de gemeente daar niet over maar Enexis, sterker nog, de wet bepaalt dat. Degene die zich het eerste meldt, krijgt voorrang. Het in een later stadium plots toevoegen van nieuwe spelregels is niet fair en heeft mogelijk juridische en financiële consequenties. En precies dat is waar wethouder Briels de fractie van PNL en de overige raadsleden op heeft gewezen en voor heeft gewaarschuwd. Dat is hem niet te verwijten, dat is zijn taak. Het is aan de raad om vervolgens willens en wetens te besluiten wat men nodig en verstandig acht.

Ter vergelijking het volgende: stel je voor dat een scholiere wordt voorgehouden dat wanneer zij op alle schoolvakken een zeven scoort, zij aan de universiteit wordt toegelaten. De lat ligt hoog, maar met hard werken lijkt ze het te halen. Ze wacht nog op de uitkomst van de laatste toets, maar ook daar heeft ze alle vertrouwen in. Dan wordt plotseling een nieuwe, aanvullende voorwaarde gesteld: om toegelaten te worden tot de universiteit mag je niet ouder zijn dan 20 jaar. Dat terwijl ze net 21 is geworden. Dat is zo ongeveer wat PNL nu doet. Kan dat? Ja, dat kan. Is dat fair? Iedereen voelt aan dat dit eigenlijk niet kan. Tussentijds nieuwe spelregels toevoegen waarop je geen enkele invloed uit kunt oefenen, is niet eerlijk. Als blijkt dat de scholiere voor de laatste toets niet is geslaagd, dan heb je een punt.

Kan PNL straks nog nee zeggen? Zeker, wanneer blijkt dat initiatiefnemers niet of onvoldoende voldoen aan vooraf bepaalde spelregels, staat het de raad vrij om nee te zeggen.

En zo zit het echt. Oppositie is gezond. Het college moet kritisch worden gevolgd, maar het verbreiden van onwaarheden past daar niet bij.

Bart van den Eijnde