Een croissant in Coubisou

In mijn eerste column na de pauze beloofde ik u 'libertas per sapientiam' als u maar genoeg taalcolumns zou lezen. En warempel, u zit nu aan de achtste column en de vrijheid lonkt als nooit tevoren. Allicht trekt u deze zomer de stoute schoenen aan en trekt u naar het buitenland. Zoals vele landgenoten zoekt u misschien wel de rust en warmte op in Zuid-Frankrijk.

Het laatste wat ik wil, is u tegenhouden. Maar bedenk op uw reis dan wel dat als u op een gegeven moment zin krijgt in 97 croissants, dat u 4 keer 20 plus 10 plus 7 croissants moet bestellen. In Frankrijk zeggen ze nu eenmaal quatre-vingt-dix-sept in plaats van zevenennegentig. Dat ze dat zo zeggen is een overblijfsel van de manier van tellen van de oorspronkelijke bewoners van Baskenland, enkele duizenden jaren geleden. Die Basken telden in twintigtallen. Als je met minder inwoners bent, en dus van dagelijkse benodigdheden zoals brood of stuks vee of werktuigen minder nodig hebt, heb je geen behoefte aan grote getallen. Dat systeem van tellen is nadien overgenomen door de Kelten en daarna door de Franken.

In de meeste talen zijn de volkeren overgestapt op een modernere manier van tellen, maar sommige bevolkingsgroepen evolueren nu eenmaal wat trager. Eind mei hebben Axelle en ik (volledig coronaproof) de broer van Axelle in Cérèste bezocht. Op de weg naar Zuid-Frankrijk hebben we een tussenstop gemaakt in Coubisou. Dat dorpje is genoemd naar de gelijknamige rivier. Aan de andere kant van het dorpje loopt een tweede rivier met de naam Lot. In die regio heb je veel verwijzingen naar Lot, en ook naar Olt. De lokale brouwerij heet bijvoorbeeld Olt, maar de vallei heet dan weer Lot. Een dorpje in de buurt heet Sainte-Eulalie-d'Olt, en de achternaam van Axelle is Lot. Olt en Lot hebben dezelfde oorsprong. Maar het is voor mij niet helemaal duidelijk welke vorm de eerste was.

Het is een beetje zoals de kip en het ei. Het verspringen van letters binnen een woord is een heel bekend taalkundig verschijnsel. Maar etymologisch bezien wordt het werk van een taalcolumnist er niet gemakkelijker op. En al zeker in Frankrijk niet. Als u in de nabije toekomst vermoedt dat uw gesprekspartner een spraakgebrek heeft, houdt u er dan rekening mee dat die persoon gewoon Franstalig kan zijn. Desalniettemin wens ik u een fijne en deugddoende zomervakantie toe.