Vögelke

Voordat mijn eerste column na de pauze weer in de krant stond, had ik al een paar keer geoefend tijdens de eerste lockdown. Deze column heeft al op mijn Facebook gestaan, dus voor degenen die hem al gelezen hebben… mijn excuses, maar ik wou hem u als lezer van DeMooiLaarbeekKrant niet ontzeggen. En wat betreft de coronamaatregelen is er verder ook weer niet zo heel veel veranderd ten opzichte van vorig jaar. In de nabije toekomst kan ik mijn column opdragen aan overleden woorden als nachtleven, festival en onbezonnen jeugd. Maar dat is voor een andere keer.

Als je goed bent in tuinieren, dan zeg je in het Duits dat je een groene duim hebt, in het Frans heb je een groene hand, en in het Engels en Nederlands spreekt men over groene vingers. Ik heb het geen van alle. Ik ben heel blij dat wij thuis een grote, mooie tuin hebben, maar de bomen en planten die er staan, moeten het toch vooral op eigen kracht zien te redden. Ik kan er wel een column over schrijven. Maar als de groene bewoners van onze tuin in de problemen komen, kan ik ze niet echt helpen. 

Eén voordeel aan de natuur zijn gang laten gaan is dat je af en toe wat levende wezens tegenkomt. Er zitten werkelijk tientallen vogels en honderden insecten in onze tuin. Daarnaast hebben we ten minste twee gezinnen wilde konijnen. En als er niet zoveel schuttingen en hekken in de buurt stonden, kwam er misschien af en toe ook nog wel een hertje of een vos voorbij. 

Nu met de coronacrisis de natuur weer iets meer tot leven lijkt te komen, zat er onlangs een voor mij eigenaardige vogel in de tuin. Van een afstandje zag ik zijn groene rug en rode kop. Ik had ergens nog de hoop dat ik een unieke vogel had gespot, bijvoorbeeld een verdwaalde Kleine Bijeneter uit Zuid-Afrika. Maar helaas, een korte zoektocht op Wikipedia leerde dat het om een doodgewone groene specht ging. Die komt in heel Europa en zelfs een deel van West-Azië voor. Ook al is de Latijnse naam picus viridis misschien nog een beetje exotisch, het blijft gewoon een doorsnee specht. 

Een gewoon vögelke, zoals ze in het Brabants dialect zeggen. Een mooi spreekwoord over vogels luidt: God spijst de vogels, maar ze moeten erom vliegen. Dat spreekwoord wil zeggen dat je wel je best moet doen of ergens voor moet werken om iets te bereiken. Een beetje zoals vertalers die in tijden van corona veel thuis zitten en zich met volle overgave op hun taalcolumns storten. Hebt u als lezer toch weer veel geluk gehad.