Lenn (l) en Hans van Leuken (r).
Lenn (l) en Hans van Leuken (r). Foto: Marcel van de Kerkhof (B&D

Leven met diabetes type 1

'Altijd gezegd dat genezing zou moeten lukken'

Tekst: Remco Spierings
Foto: Marcel van de Kerkhof (B&D)

In Nederland zijn er 1,2 miljoen mensen met diabetes, vroeger ook wel suikerziekte genoemd. Ongeveer 90 procent van deze gevallen heeft diabetes type 2. Daar is meestal goed mee te leven en is zelfs te genezen. Met diabetes type 1 is dat niet zo. Deze mensen hebben geen kans op genezing en moeten de rest van hun leven insuline spuiten. Sinds enkele jaren zijn er echter hoopgevende onderzoeken gedaan waarbij diabetes type 1 mogelijk ooit te genezen zal zijn. Hans en Lenn van Leuken, vader en zoon, uit Beek en Donk hebben beiden diabetes type 1 en hopen op genezing. Om geld voor onderzoeken op te halen organiseren zij een Sportevent.

Beek en Donk - Lenn (13) heeft al tien jaar diabetes type 1. Zijn vader Hans (49) kreeg het zeven jaar geleden. “Ieder lichaam heeft suikers/koolhydraten nodig voor energie. Dat krijg je binnen door het eten en drinken en die worden vervolgens door je alvleesklier naar verschillende plekken in je lichaam gebracht. Je alvleesklier geeft insuline af en dat zijn een soort transportcellen die zorgen dat de suikers/koolhydraten naar de juiste plek gaan. Bij mensen met diabetes type 2 werkt de alvleesklier nog wel, maar niet meer goed. Bij mensen met diabetes type 1 is deze helemaal kapot, waardoor genezing (nog) niet mogelijk is”, leggen Hans en Lenn uit.

Plannen
Iemand met diabetes heeft geen normaal leven en is de hele dag aan het plannen. “Bij alles wat we eten moeten we weten hoeveel koolhydraten erin zitten. Aan de hand daarvan kunnen we insuline spuiten en moeten we ervoor zorgen dat onze bloedglucosewaarden goed blijven. Die moeten tussen de 4 en 8 zijn, wat bij een persoon zonder diabetes altijd het geval is, maar bij mensen met diabetes type 1 dreigt het vaak onder de 4 (hypo) of boven de 8 (hyper) te raken. Per dag moeten we een keer of tien scannen om te kijken wat onze waardes zijn. Ook krijgen we een melding als onze waardes onder of boven niveau dreigen te raken. ’s Nachts is het soms net een kermis bij ons, want dan gaan allemaal alarmpjes af als we dreigen een hypo te krijgen. Gemiddeld staan we dan drie of vier keer per week midden in de nacht op om nog wat te eten.”

Mensen met diabetes moeten dagelijks insuline spuiten zodat hun waardes niet te hoog worden. Vroeger deden Hans en Lenn dat vier keer per dag door een spuit, tegenwoordig hebben ze een pompje, die om de zes minuten een ieniemienie beetje insuline in het lichaam spuit, waardoor het wat beter over de dag verspreid wordt. “Dat pompje moet wel elke drie dagen vervangen worden en dus moet er ook om de drie dagen geprikt worden op een ander stukje huid. Dat kan leiden tot irritatie van de huid, waardoor het erg kan jeuken. Daarnaast heb je als diabetespatiënt een aantal grote risico’s, dat zijn amputaties bij voetproblemen, zenuwschade, oogproblemen, nierschade, en hart- en vaatziekten."

Lees verder op pagina 3