Rubriek sterrenkunde 19 mei

De zomer komt eraan!

De zon gaat niet zo ver meer onder de horizon, dat het mogelijk is de meest lichtzwakke objecten aan de hemel te zien of te fotograferen. Bij astrofotografie, het fotograferen van planeten, sterren en nevels, worden lange belichtingstijden gebruikt. Een camera van een mobiel gebruikt bijvoorbeeld meestal een sluitertijd van 1/125 seconde of 0,08 seconde. In de fotografie, waarover ik het heb worden vaak sluitertijden van 30 seconden of meer gebruikt. Dat is 375 keer zo lang! Een wat lichtere lucht gaat dan roet in het eten gooien, want de achtergrond wordt dan te licht om nog een goed onderscheid te maken tussen de planeet en de donkere sterrenhemel. Maar er valt nog genoeg te genieten. In de aangename temperaturen van de buitenlucht is het kijken naar de sterren veel leuker, dan op een heldere winternacht met 15 graden vorst! Rond één uur komt zelfs de laatste ster van de zomerdriehoek boven de zuidoostelijke hemel. De heldere Wega en Deneb staan er al. Altair is de laatste (en punt van) de driehoek die opkomt. De rest van de zomer staat deze driehoek permanent en steeds vroeger aan de sterrenhemel. In het sterrenbeeld, waarvan Wega de hoofdster is, De Lier, staat de Ringnevel. Deze is met een goede telescoop te vinden. Een verrekijker is voor dit object te zwak. Zoek maar eens op deze nevel en je ziet wat een prachtige object dit is, dat je zomaar gratis elke heldere nacht aan de hemel kunt zien staan.