Jan E. de Quay trad in 1946 aan als de eerste commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant na de oorlog.
Jan E. de Quay trad in 1946 aan als de eerste commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant na de oorlog. Foto: A. van Beurden

Snuffelen in ‘geheime archieven’ van Brabants Historisch Informatie Centrum

Algemeen

Laarbeek/Den Bosch - Intrigerende, ontroerende, angstaanjagende maar soms ook grappige stukken: Elk jaar schuift de openbaarheidsgrens weer een jaartje op. Voor de elfde keer start de eerste (werk)dag van het nieuwe jaar bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) met ‘openbaarheidsdag’. Dit keer onder meer met stukken van de familie De Jong van Beek en Donk en het huis Eyckenlust, uit de periode van 1674-1972.

Journalisten, historici en belangstellenden kunnen  op ‘openbaarheidsdag’ dan via de overzichtslijst kennisnemen van documenten, archieven en archiefbestanden die vanaf deze datum openbaar zijn geworden en dus toegankelijk zijn. In 2023 is het jaar 1947 vrijgekomen voor archieven met een openbaarheidsbeperking van 75 jaar. In dat jaar zit het dagelijkse leven voor de meeste Brabanders nog vol met tegenstellingen die bij deze naoorlogse periode horen. Er is nog steeds gebrek aan gas, kolen en elektriciteit. De energiebronnen blijven op rantsoen, de bedrijven moeten er eerst weer bovenop en met distributiebonnen wordt het schaarse goed dat er is zo eerlijk mogelijk verdeeld. Al valt er niet veel te verdelen. 

Ook is er dit jaar correspondentie openbaar geworden van de Vlaamse Beweging, 1869 – 1979. Verder vinden we niet alleen stukken van de vooraanstaande familie Van de Mortel - De La Court, 1384 – 1978, maar ook van de familie De Jong van Beek en Donk en het huis Eyckenlust in Beek en Donk, 1674-1972. Met daarin brieven, foto’s, ansichtkaarten, negatieven en documentatie (ca. 1910-1937). Ook kun je weer graven in de vrijgekomen rechtbankarchieven. 

Neergestort vliegtuig
De stukken uit de collectie van J.W. Offermans, 1883-1970, oud-burgemeester van Heesch, ademen de sfeer van een keiharde afrekening. In veel stukken gaat het over ‘onbetrouwbaarheid en onvaderlandslievende houding’ en ’s mans gedragingen tijdens de duitsche overheersching’. Of van vrouwen, zoals de ‘weduwe van Heijnen’ die zich in de zomer van 1942 en 1943 tussen het volk begeeft als er bij Nistelrode een vliegtuig is neergestort. Daar luistert ze af waar geallieerde piloten worden ondergebracht om deze berichten dan weer door te geven. Hiervoor zou ze honderd gulden hebben ‘aanvaard van de duitsche bezettingsautoriteiten’. Ook de pastoor ontkomt niet aan het oordeel van de burgemeester. Zonder aanziens des persoons legt de oud-burgemeester iedereen langs de meetlat: was je goed of fout? Een sentiment dat in deze na-oorlogse tijd duidelijk sterk leeft.

In die tijd is er natuurlijk ook geen sprake van coronasteun of energietoeslag, maar we vinden wel waardebonnen ter waarde van honderd gulden in de stukken van het gemeentebestuur Dinther 1924-1968. Vlak na de oorlog krijgen mensen dit bedrag als consumentenkrediet, bedoeld om duurzame goederen aan te schaffen. Staatssteun in financieel zwaar weer blijkt niet alleen van deze tijd.

Criminaliteitscijfers
De criminaliteitscijfers schieten tijdens en na de Tweede Wereldoorlog omhoog, met name die van diefstal en andere vermogensdelicten. Gewone mensen, onder wie opvallend veel vrouwen en jongeren, voelen zich steeds vaker door de omstandigheden gedwongen om zich op het criminele pad te begeven. Dat lees je ook terug in de Dagrapporten van de politie Vught. Zo lezen we dat de politie op 27 februari 1947 ten huize van mevrouw Schrijver een onderzoek instelt ‘wegens gepleegde diefstallen door de dienstbode’. Deze blijkt een paar handschoenen en een sjaal van mevrouw Schrijver te hebben geleend en er was ook een hemd van mijnheer in de ‘wasch’ van de dienstbode terechtgekomen. Een maand later was het weer raak in huize Schrijver en verdwenen twee onderbroeken, die uiteindelijk in een niet al te frisse toestand werden teruggevonden…

In het gemeentebestuur Grave (1942-1969) vinden we stukken over internering en vrijlating van personen in Kamp Grave. Zo is daar geïnterneerde J.E. die zich ernstige zorgen maakt over zijn zieke vrouw. Hij vraagt de militaire commissaris om een onderzoek in te stellen ‘daar deze vrouw met drie kinderen dit volstrekt hart nodig heeft. Die daar nu ligt ziek zonder een stukkie kool of hout in huis en niemand die haar bijstaat.’ Gelukkig krijgt zijn noodkreet gehoor, want we vinden in het dossier ook een briefje van de bekende Graafse dokter Kanters, waarin hij vraagt om verpleging voor de echtgenote van de geïnterneerde. Maar er is zoveel meer te ontdekken. Nieuwsgierig geworden? 

Openbaarheid archieven
De Archiefwet 1995 bepaalt dat documenten van overheidsinstellingen na twintig jaar worden overgedragen aan het historisch archief. Ruim 95 procent van de overgedragen stukken is direct in te zien. Voor de rest geldt een beperking op de openbaarheid, meestal omwille van de privacy van nog levende personen. Over particuliere archieven maakt het BHIC speciale afspraken met de schenkers. De beperkingen gelden altijd voor een van tevoren vastgestelde periode. En dus worden er jaarlijks nieuwe archieven openbaar.

Kasteel Eykenlust