Afbeelding
Foto: Judith van Schijndel

Ruweeuwsels

De lucht is helderblauw, als ik na een frisse nacht natuurparel de Ruweeuwsels in loop. Ik zie een dode populier met flinke ovale gaten. Vast de slaapplek van de zwarte specht; hij heeft daar meerdere uitgangen in. In de verte hoor ik het kru-kru geluid van de specht in vlucht. Af en toe laat hij een lachend baltsgeluid horen. Dat doet hij alleen in het voorjaar. De zwarte specht is een echte bosvogel. Hij heeft als enige specht een rechte vlucht en houdt daarbij de kop omhoog. Andere spechten vliegen in een golvende beweging. Met zijn dolksnavel hakt hij flinke spaanders weg uit dode boomstammen op zoek naar larven en andere insecten. Ieder voorjaar maakt hij een nieuwe nestholte. Het liefst in een oude beuk. Daarin legt het vrouwtje, op een bedje van houten spaanders, 3-5 porseleinwitte eieren. Dan zie ik hem ineens; zijn rode kap steekt af tegen de blauwe lucht. Het is een mannetje. Het vrouwtje moet het met een kleine rode vlek in de nek doen. 

De bosanemoontjes komen ook weer boven de grond, ze genieten van de warmte, het licht en de vochtigheid. Op deze mooie morgen spreiden de kelkblaadjes zich open en komen de gele meeldraden en het groene stampertje tevoorschijn. Nog een week en dan zal het hier een lang uitstrekkend tapijt van wit/lila bloempjes zijn. De Rawweuwsels, zoals de Lieshoutenaren het noemen, een klein gebiedje ingeklemd tussen het Wilhelminakanaal en de Molenheide. Een bezoekje waard.

Door mijn kennis en verwondering over de natuur te delen, wil ik graag de schoonheid en rijkdom laten zien.
Judith van Schijndel