Afbeelding
Foto: Liesbeth van Boxtel

‘Jeroen is nog steeds in ons leven’

Human Interest

Aarle-Rixtel - Achttien september 2015 was een gitzwarte dag voor Anja, Cor en Leontien Martens. Tijdens het rooien van bomen verongelukte Jeroen (23). Een bijzonder, onvergetelijk mens dat nog steeds een plek heeft binnen hun gezin.

“Een mooi gezin”, glimlacht Anja, terwijl ze een prachtige collage van haar gezin aan de muur aanwijst. Verschillende vrolijke foto’s. De dood van Jeroen heeft het leven van Anja, Cor en zus Leontien veranderd. “Dood hoort bij het leven”, vertelt Anja, “Na zware tijden ervaren we weer momenten van geluk. We realiseren ons dat onze Jeroen, ondanks zijn 23 jaar, wel voor veertig jaar geleefd heeft.”

Bijzondere jongen
Thuis is Jeroen een lief en makkelijk kind. “Wat zijn ogen zien, maken zijn handen”, lacht Anja. “Als 1,5 jarige peuter helpt hij opa al met bouwen.” Toch wordt hij niet altijd goed begrepen. Eenmaal ouder verschuilt hij zich onder zijn petje, een soort afscherming tegen de buitenwereld. Onmacht en conflicten komen pas echt op de basisschool. Er worden eisen aan hem gesteld die hij niet kan waarmaken. Er is onbegrip. Op het speciaal onderwijs barst de bom als een ander kind zijn pet, en daarmee zijn veiligheid, afpakt en in de container gooit. School heeft afgedaan. Uiteindelijk geeft Anja, geholpen door een leerkracht, Jeroen thuis les. Afgestemd met zijn nieuwe school krijgt Jeroen praktische stage-achtige opdrachten, volgt hij luistertherapie en wordt stapje voor stapje opgeleid. Na werkervaring bij een aantal bedrijven krijgt hij het plan om zelf een zaak te starten. Enthousiast over een eigen boomrooierij stort hij zich in alle studies die nodig zijn. Anja doet de boekhouding. Als Jeroen iets graag wil, dan lukt het. Zijn tractorrijbewijs, rijbewijs en grootrijbewijs werden eerder al na hard werken gehaald.

De dag waarop alles anders werd...
De boomrooierij kende zware jaren, maar in 2015 lijkt het tij te keren. Zeventien september viert Anja gezellig haar verjaardag. Ondanks dat Jeroen in Groningen met een klus bezig is, hebben ze een paar keer contact. “Dat deed hij altijd”, vertelt Anja. “Typisch Jeroen, dagelijks kleine berichtjes.” De ochtend na het feest verslaapt Anja zich en staat op met een naar gevoel dat ze niet kan verklaren. Eenmaal op haar werk komt afleiding, omdat ze met cliënten van Hoge Hees de trouwerij van een collega bezoeken. Haar telefoon met gemiste oproepen van de politie laat ze stomtoevallig in de bus liggen. De grootste nachtmerrie van ouders; twee bomen kruisten en vielen op Jeroen, hij was op slag dood. De politie verbiedt autorijden en buren rijden het gezin later die dag naar Groningen. In een waas van onwerkelijkheid worden in de auto de eerste plannen gemaakt. Jeroen moet naar huis. Cor en Anja leren in nood ware vrienden kennen. Ontelbare lieve kaartjes en attenties, maar ook nieuwsgierige en bange mensen. “Toon oprechte interesse, het is moeilijk en eng, maar sluit rouwende mensen niet buiten.”

Friet en frikandellen
Terwijl de vriendengroep een mooie rouwstoet verzorgt, bedenkt zus Leontien dat ze het afscheid van Jeroen in zijn geest moeten vieren. Thuis, met friet en frikandellen, daar hield hij van. Na de uitvaart komt de frietwagen van de buren. Oud-collega’s helpen de tuin klaar te maken voor de ‘koffietafel’. Een herdenkingsmonument, gemaakt van het collectegeld, siert nu de tuin waar afscheid genomen werd. Na de crematie verstomd de drukte. Altijd aanwezige Jeroen laat letterlijk stilte achter. Zijn slaapkamer blijft wel twee jaar zoals deze was nadat hij er de laatste keer uit vertrok. Maar het gezin moet verder, zowel geestelijk als praktisch. Het bedrijf, zijn spullen, alles moet afgehandeld worden. Steeds komen pijnlijke herinneringen boven. Cor en Anja zijn verbaasd dat politie en uitvaartonderneming los van elkaar vragen: ‘Hoe goed is jullie huwelijk?’ Achteraf snappen ze de vraag goed; verdriet kan veel kapot maken. Anja en Cor, maar ook Leontien wisten wat ze aan elkaar hadden. Ieder verwerkt verdriet op zijn eigen manier. Nu, ruim zes jaar later, wisselen fijne en moeilijke momenten elkaar af. “Het leven gaat door. Jeroen had niet anders gewild. Maar, hij is nog steeds aanwezig.”