Afbeelding

Column Wim Daniëls: Burgemeester zijn

Algemeen Column

Een paar weken geleden, op 19 oktober, speelde ik mijn theatervoorstelling Filosofietsen, die over de geschiedenis van de fiets gaat, in Tiel, in de prachtige schouwburg die ze daar hebben. In de voorstelling liet ik de naam Aarle-Rixtel enkele keren vallen omdat ik onder andere vertelde over de oprichting van de Aarle-Rixtelse fietsclub Aan de Wielen, in 1971, precies honderd jaar nadat in Deventer de allereerste Nederlandse fietsclub werd opgericht, die curieus genoeg een Duitse naam had: Immer weiter.

Na afloop van mijn voorstelling kwam er een man naar me toe die me vroeg wie de burgemeester van Aarle-Rixtel was. ‘Frank van der Meijden’, zei ik. ‘Goeie vent’, voegde ik eraan toe. Of die toevoeging heeft bijgedragen aan de benoeming van Frank van der Meijden tot nieuwe burgemeester van Tiel, weet ik niet. Maar hij komt in ieder geval terecht in een plaats, een stad, met een mooi theater. Natuurlijk was Frank niet alleen burgemeester van Aarle-Rixtel, maar van heel Laarbeek. En ik heb hem als zodanig goed leren kennen. Ikzelf woon weliswaar al lang in Eindhoven, maar Aarle-Rixtel en in bredere zin Laarbeek zijn voor mij nooit ver weg. Ik kom er nog veel en doe er ook nog het een en ander, geregeld samen met de burgemeester, zoals het houden van een gezamenlijk praatje op de Bruidsparendag, die één keer per jaar wordt gehouden.

Het is een bijzondere functie, burgemeester zijn. Geen gemakkelijke, zeker vandaag de dag niet. Vroeger was het wel iets anders, denk ik. Toen was het gezag van een burgemeester een soort vanzelfsprekendheid, maar dat is al een hele tijd niet meer zo. Een paar jaar terug moest ik eens spreken op een bijeenkomst van alle burgemeesters van Nederland. Voordat ik aan de beurt was, spraken de burgemeesters onderling over de tegenwerking die ze vaak in hun standplaats krijgen, hoe hardnekkig die kan zijn en agressief soms ook. Het was niet mals wat ik daar allemaal opving. Een van de burgemeesters hoorde ik zeggen dat hij twee ambtenaren permanent aan het werk had om de stroom aan bezwaarschriften te beantwoorden en weerleggen van één enkele inwoner, die het indienen van bezwaarschriften, met daarin soms grove beledigingen aan het adres van de burgemeester, min of meer hobbymatig uitvoerde.

Er zal best een enkele keer ergens een burgemeester benoemd worden die ongeschikt is voor het vak, maar in wezen is het toch zo dat je burgemeesters kunt zien als degenen die het van iedereen het allerbeste voorhebben met de plaats waar ze zijn benoemd en als vanzelfsprekend dus ook met de inwoners van die plaats, mits die inwoners zich uiteraard aan de regels van de wet houden. 

Maar Frank van der Meijden vertrekt dus naar Tiel, een plaats waarmee ik al jong kennismaakte in de tijd dat ik speldjes spaarde en vanuit Tiel het speldje met daarop Flipje van Tiel thuisgestuurd kreeg, het mannetje van de Betuwejam. Frank zal er bij zijn afscheid van Laarbeek wel alvast een paar potten van meekrijgen, denk ik.