Afbeelding
Foto: Collectie RHCe, gemeente Best, fotograaf: onbekend

Bevrijders van Laarbeek; De Screaming Eagles van de 101ste Airborne Division

Algemeen

Het kantoor van Thieu van Luyt (89) aan de Lankelaar in Lieshout, ademt de sfeer van de 101e luchtlandingsdivisie van het Amerikaanse leger. Vanuit elke hoek, vanaf de tafel, ja zelfs vanaf een drankfles omringd door whiskyglazen kijkt de adelaar, die bekend is geworden als het embleem van deze divisie, je aan. The Screaming Eagle, de krijsende adelaar, is het symbool voor de bevrijding van Zuid-Nederland, die begon op 17 september 1944. Als secretaris en latere voorzitter van de vereniging van Airborne-vrienden heeft Thieu veel betekend voor de betrekkingen tussen Nederland en Amerika als het gaat over de 101e Airborne Division, waarvan het hoofdkwartier Fort Campbell zich bevond en nog steeds bevindt op de grens van de Amerikaanse staten Kentucky en Tennessee.

Op 17 september 1944 werden vele duizenden parachutisten gedropt vanuit grote C-47 vliegtuigen, de militaire variant van de DC-3. Grote, eenmalig te gebruiken, zweefvliegtuigen (z.g. gliders) landden, beladen met soldaten, jeeps en kanonnen in een door Duitsers bezet gebied. Het was het gedeelte ‘Market’ van de geplande operatie ‘Market-Garden’. De Amerikaanse troepen moesten de bruggen op de route van Eindhoven naar Arnhem bewaken en zorgen, dat die niet zouden worden opgeblazen door de Duitsers. Dan alleen zou de grote legermacht, het ‘Garden’ gedeelte kunnen uitvoeren. Dat was het doorstoten van het Britse 30e legerkorps naar Duitsland. Dit legerkorps bestond uit ongeveer 50 000 manschappen en 22 000 voertuigen.

Kwaliteit
De parachutisten, die op 17 september bij Son naar beneden kwamen waren zeer goed getrainde soldaten. Er landden in onze omgeving drie regimenten Amerikanen, die hoorden bij de 101ste  divisie. Het 501e regiment had als taak de bruggen bij Veghel, Heeswijk en Dinther te bezetten. Het 506e ging van Son naar Eindhoven en het 502e regiment bezette de strategische punten rondom Sint Oedenrode en Best. De in camouflagekleuren uitgevoerde parachutes werden gebruikt door de manschappen. Zij hadden ook allemaal een kleinere witte reserveparachute, mocht de grote niet open gaan. Allerlei andere kleuren waren een aanduiding voor de inhoud van de pakketten, die gedropt werden. Vooral de witte zijden (reserve)parachutes waren erg in trek bij de Nederlandse vrouwen. Zij maakten jurken, blouses en soms bruidsjurken van de, voor hen kostbare, stof.

Herdenken
Mensen uit onze omgeving zagen de 101e Airborne Division als hun bevrijders, hoewel dat eigenlijk niet hun eerste taak was! Ze moesten ervoor zorgen dat de bruggen over de kanalen intact bleven. Vooral op de, in 1944 12-jarige, Thieu van Luyt maakte de bevrijding destijds een grote indruk. Frans Kortie werkte na de oorlog als PR-medewerker van de gemeente Eindhoven. Hij zorgt er in 1954 voor, dat de Amerikanen rond september worden uitgenodigd om in Eindhoven en omgeving de bevrijding te herdenken. Als dit op den duur een te grote taak wordt voor hem alleen, vanwege de enorme belangstelling vanuit Amerika, wordt er een vereniging opgericht van Airbornevrienden. Vanaf de oprichting in 1966 is Thieu mede van de partij. Natuurlijk worden de Nederlanders uitgenodigd voor een tegenbezoek. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want de overnachting is dan wel geregeld, de overtocht is mede door de dure dollar een rib uit hun lijf. Maar door de vereniging wordt er in 1967 de eerste DAC uitgevoerd, later omgedoopt tot DAC1. DAC betekende: Dutch Are Coming! In totaal zijn er acht DAC’s geweest. Maar ook als de Amerikanen naar ons land komen is dat een hele happening. In het begin zijn het kleine groepen, die de reis vanuit Amerika naar Nederland ondernemen. Maar in het jaar 1994 komt er een groep van wel 350 personen. Zij kregen een programma van 14 dagen voorgeschoteld in onze, voor hen nog nauwelijks herkenbare, omgeving. In Lieshout was dat een hele happening, maar daarover later meer!

“Steeds opnieuw zijn die mensen tot tranen geroerd”

Veel plaatsen, die destijds strategisch belangrijk waren werden bezocht. Om een indruk te geven: op zondag 16 september 1994 kwamen de eerste vliegtuigen met gasten aan op Schiphol uit Chicago, New York en Houston. Om 10.00 uur kwamen er nog twee uit New York en Atlanta. Ten slotte werd de groep rond 20.30 uur ’s avonds compleet gemaakt, toen ook vliegtuigen uit Los Angeles, San Francisco, en nog één uit Chicago waren geland en inzittenden in Eindhoven aankwamen. De 14 dagen die volgden, stonden bol van herdenkingen, bezoeken aan oorlogsgraven, demonstraties van luchtlandingen en typisch Nederlandse gebruiken als het eten van erwtensoep.

Joe Mann
Eén ding stond vaak op het programma van de uitgenodigde bevrijders. Dat was een bezoek aan het Joe Mann theater in Best. Joe Mann was een Amerikaanse parachutist van het 502e regiment, die onder leiding van luitenant Ed Wierzbowski probeerde de brug over het Wilhelminakanaal in Best te behouden voor de troepen, die vanuit het zuiden Arnhem trachtten te bereiken. Joe werd bij de gevechten met Duitsers aan beide armen gewond. In zijn loopgraaf werd door de Duitsers een handgranaat gegooid. Joe kon die niet teruggooien, omdat hij zijn armen niet kon gebruiken. Daarom schermde hij de granaat met zijn rug af voor zijn mede-soldaten in de loopgraaf. Omdat hij zo zes soldaten het leven redde, heeft Joe postuum de Medal of Honour gekregen, de hoogste onderscheiding in het Amerikaanse leger. Diverse keren hebben familieleden van Joe het monument aan de weg van Son naar Best in het gelijknamige openluchttheater bezocht. “Steeds opnieuw”, vertelt Thieu, “zijn die mensen tot tranen geroerd, als ze zien op welke manier Joe nog steeds in de gedachten van de Nederlanders is”. In de woonplaats van Joe, het Amerikaanse Reardan, staat een replica van het monument.

Arlington
Het kantoor in Lieshout hangt en ligt vol met herinneringen aan de uitwisselingen, die tot 2004 hebben plaats gevonden. Naast vele tekenen van dank van de diverse commandanten van Fort Campbell, de thuisbasis van de nog steeds bestaande 101e divisie. hangt een document dat hij benoemd wordt tot Honorary Corporal van de Airborne Division. Ook was Thieu met de Airborne-vrienden op de opname-set van A Bridge too Far, in Nederland bekend als de film Een Brug te Ver, naar het boek van Cornelius Ryan. Eén van de dingen die hem zeker bijblijft, is de toespraak, die hij mocht houden bij de onthulling van het monument voor de gesneuvelden van het 101ste op de Arlington begraafplaats in de buurt van Washington DC. Bij hoge uitzondering werd het aan de Nederlanders toegestaan om een krans te leggen op het graf van de onbekende soldaat. Deze eer valt voornamelijk te beurt aan staatshoofden en regeringsleiders, maar op Arlington lag op een dag een krans van de leden van The Dutch Airborne-friends, gelegd tijdens een DAC -trip.

Wie weet het nog?
Al eerder werd herinnerd aan de komst van de Amerikaanse delegaties naar Lieshout. Op Bevrijdingsdag 1994 trad op de kiosk een legerband op. Ook was er een ‘Marching Band’ uit Clarksville, Tennessee. De leden ervan waren kinderen van onze bevrijders. Ze zouden optreden in het Openluchttheater Mariahout, maar het werd slecht weer en ze moesten uitwijken naar de Kerk in Lieshout. Daar speelden ze samen met harmonie Sint Caecilia. “Het was af en toe een enorme herrie in de kerk”, vertelt een lachende Thieu, “Ik zat naast de toenmalige pastoor Floris van der Putt. Ik vroeg hem of dat wel kon, die schaars geklede cheerleaders, die nu eenmaal bij zo’n Amerikaanse band horen”. Floris van der Putt antwoordde daarop gevat: “Onze lieve Heer ziet dat ook graag!” Heel veel Lieshoutse gezinnen hebben aan al die muzikanten en cheerleaders onderdak verleend. Er waren alleen al 130 kinderen van een middelbare school uit Amerika, die in Lieshout en omgeving werden ondergebracht. De langspeelplaat van de band, die Lieshoutse gastgezinnen kregen als aandenken, moet nog bij diverse mensen in ons dorp in de kast liggen.

101e Airborne Division
In de streek rond Laarbeek is er naast een paar mooie monumenten, niet veel meer, dat in het gewone landschap herinnert aan de oorlog. En de Laarbrug dan? Ja, je denkt dan wel aan de oorlog, maar de brug dateert uit 1947. Weliswaar heeft er in Son lange tijd een brug gelegen ter vervanging van de kapotgeschoten brug over het Wilhelminakanaal, de Laarbrug heeft nooit gediend voor het vervoer van militairen en hun voertuigen. Gelukkig zijn er in Lieshout en Mariahout nog enkele herinneringsplaatsen. Te noemen valt het monument in de Prinsenhof in Lieshout en de twee graven van soldaten achter de kerk in Mariahout. Als dank voor de hulp die de bevolking aan de parachutisten op die kritieke dagen gaf schonken zij een prachtig monument. Zij gaven Trudy Broos opdracht ervoor. Het “Monument to the Dutch” zoals we het noemen staat aan de Corridor in Sint Oedenrode vlak bij de grote klomp. Elk jaar vieren we ‘Remember September’, tevens de slogan van de Vereniging van Airbornevrienden. De hele streek, die nu Laarbeek heet, heeft veel te danken aan al die soldaten, die ons land kwamen bevrijden van de Duitse bezetter. De 101e Airborne Division is de overkoepelende factor geweest in de bevrijding van heel Zuidoost Nederland, waartoe natuurlijk ook ons mooie Laarbeek behoort. Nu het weer september is moeten we blijven denken aan onze bevrijding.        

Vrouwen laten trots de gevonden parachute zien.
Officiële brief, waarin de bevrijdingsdatum van Lieshout wordt doorgegeven. Ondertekend door de toenmalige burgemeester Mostermans.
Thieu krijgt zijn onderscheiding van de commandant van 101e Airborne
Monument op Arlington.
Thieu houdt een toespraak op Arlington.
Embleem 101ste Airborne Division
Afbeelding
 Thieu in zijn kantoor.
Afbeelding